't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

De rubriek over kleine bedrijfjes zoals kruidenierswinkeltjes, bakkerijtjes, galanteriewinkeltjes, petroleum-, kolen- en turfhandelaren, kleermakers, mandenmakers, marskramers, sclilderbedrijfjes en kleine cafeetjes:

De bewoners van de boerderij 't Ende


door Popko de Jonge

Nu de restauratie van de boerderij 't Ende voltooid is, het bezoekerscentrum is ingericht en de wandelroutes zijn uitgezet, komt het veelvuldig voor dat het geheel wordt genoemd in de media, omdat er een of andere activiteit zal worden gehouden. Vele malen wordt dan de vraag gesteld, wie de boerderij hebben geëxploiteerd voordat het geheel werd aangekocht door de Stichting het Drentse Landschap, en wie hebben er gewoond.
In het navolgende zal ik een poging doen die vraag te beantwoorden; ik heb er namelijk achttien jaar samen met mijn vrouw en aanvankelijk met de jongste dochter gewoond.
In het bekende boek 'Tweestromenland' onder redactie van de heer H. Gras, dat bij de herindeling van de gemeenten aan de bevolking van de Wijk is uitgereikt, wordt o.m. in een der hoofdstukken vermeld, dat er reeds in 1569 een viertal boerderijen stonden in de Stapel. Genoemd worden Den Hoek, Wildschut en 't Ende. Ook in het bekende boek 'Weerbarstig Land' komt een tekening voor van het kerspel de Wijk waar 't Ende op staat. Het spreekt vanzelf dat de boerderijen werden bewoond. Namen uit die tijd worden helaas niet genoemd.
Wat 't Ende betreft moeten dat verre voorvaderen van de laatste bewoners geweest zijn.
In een stamboom wordt vermeld dat er in 1642 een Jan Willems woonde op 't Ende, destijds een der grootste erven in de Stapel en kerkelijk vallend onder Avereest. Zijn zoon Willem Jans trouwde met Fijgje Werners die, na het overlijden van haar man, hertrouwde met Teele Lukas die woonachtig geweest zou zijn op Den Hoek. De stamboom vervolgende komt er een Roelofje Jans van 't Ende naar voren, die huwde met een zekere Willem Lucas. Dit echtpaar heeft vier kinderen gekregen. Een daarvan was Lucas Willems van 't Ende die trouwde met Hilligje Lucas Steenbergen uit Zuidwolde. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren die de naam Stapel aannamen.
Een daarvan was Willem Lucas Stapel geboren 23 december 1797. Deze trouwde in 1830 met een zekere Zwaantje Geuchies ten Oever, die in 1807 in Avereest was geboren. Zij woonden op 't Ende. Dit huwelijk werd gezegend met drie kinderen. Als eerste werd in 1831 Lucas Willems Stapel geboren. Deze trouwde in 1862 met Zwaantje van Beugelen, geboren op 15 juni 1836 in de gemeente Staphorst. Zij overleed op 38-jarige leeftijd. Dit echtpaar had intussen twee dochters gekregen, Zwaantje en Klaasje, respectievelijk geboren in 1863 en 1866.
Lucas Willems Stapel, die in het dagelijks leven Luuks van 't Ende werd genoemd, hertrouwde met de weduwe Hendrikje Luten, die gehuwd was geweest met Roelof Hoogte te Ruinerwold; zij was afkomstig uit Staphorst. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen geboren. Hendrikje Luten overleed op 31 september 1901.
De oudere generatie kan zich Luuks van 't Ende nog heel goed herinneren. Hij kwam vrijwel elke dag bij de naaste buren, ook een familie met de naam Stapel, 's morgens zo voor het middageten even aanlopen om het dagelijks gebeuren rondom het boerenbedrijf door te nemen. Men kan erover twisten of het een goede of een slechte gewoonte was om dan een borreltje te nemen. Men deed het echter wel en de man is 95 jaar geworden.
Hij is het ook geweest die, aan het eind van de 19e eeuw, de beslissing heeft genomen om een voorhuis aan de voorkant van de boerderij aan te bouwen. Vanzelfsprekend volgde hij, dat lag in zijn aard, met de stok in de hand de voorbereiding van de bouw, en zei zo langs zijn neus weg: "Doe d'r nog maar een paar meter bij an". En zo gebeurde het. Dit in tegenstelling tot allerlei regelgeving heden ten dage die kostenverhogend en vertragend werkt.
Ook was hij gewend om geregeld met de zgn. brikke, waarbij het paard gemend werd door een knecht, het land in ogenschouw te nemen. Samen met de knecht werden dan allerlei beslissingen genomen. Als men ter kerke ging dan werd de koets te voorschijn gehaald en een paard werd ervoor gespannen.
Zijn dochter Zwaantje trouwde met Klaas Buiten uit Ruinerwold, die daar ook burgemeester is geweest.
De andere dochter, Klaasje, trouwde met Willem Schoonvelde, geboren op 25 januari 1865 te Zuidwolde, op de boerderij waar thans het bekende restaurant 'De Groene Lantaarn' is gevestigd. Het paar kwam op 't Ende te wonen en zij zorgden voor 'de olde boas'.
Willem en Klaasje kregen drie dochters t.w. Hendrikje, Zwaantje en Arendine, respectievelijk geboren in 1897, 1899 en 1901. Klaasje overleed helaas in 1910 op de leeftijd van 44 jaar. Zij werd begraven, evenals haar echtgenoot Willem Schoonvelde, die in september 1940 is overleden, op de begraafplaats te Avereest. Lucas Willems Stapel overleed in 1926 en is evenals zijn beide echtgenotes te Avereest begraven.
Na het overlijden van haar moeder Klaasje is de oudste dochter Hendrikje een aantal jaren op een kostschool geweest in Assen. Daar heeft zij toen haar toekomstige echtgenoot Albertus Cornelis van Weijdom Claterbos leren kennen, die daar naar de H.B.S. ging. Zijn ouders waren boer op de boerderij genaamd 'Trasselt' op Nijstad bij Hoogeveen, voor de gemeentelijke herindeling behorend tot de gemeente Zuidwolde.
De grootvader van Albertus was geboren in Haarlem, als zoon van een wijnkoper. Zijn interesse ging meer uit naar het boerenleven en hij heeft daartoe een opleiding gevolgd aan de toenmalige school voor Landhuishoudkunde. Praktijkervaring heeft hij opgedaan bij de familie Ter Haar, die toen op de boerderij Trasselt woonde. Daar heeft hij kennis gemaakt met de dochter des huizes Geertje, met als eindresultaat, dat hij met haar is getrouwd. Zij gingen de boerderij exploiteren. Zij kregen twee zoons, t.w. Jan Frederik en Cornelis Hendrik. Eerstgenoemde Jan Frederik trouwde met Trijntje Steenbergen uit Zuidwolde. Uit dit huwelijk werden eveneens twee zoons geboren, Albertus Cornelis en Gerhardus Hilbertus. Jan Frederik overleed in 1912 en is evenals zijn ouders en grootouders in Zuidwolde begraven.
Albertus Cornelis trouwde met Hendrikje Schoonvelde in mei 1925 en samen gingen zij het boerenbedrijf 't Ende exploiteren. Gerhardus vertrok naar Ruinerwold waar hij boer werd. De boerderij Trasselt werd verhuurd en opoe Trientje, (Trijntje Steenbergen) zoals zij in het dagelijks leven werd genoemd kwam in een nieuw gebouwd huis in de Stapel te wonen. Dat huis nr. 39 werd in 1929 gebouwd door de grootvader van de huidige ondernemer van het Bouwbedrijf Elpenhof in de Stapel.
Na het huwelijk van Albertus Cornelis van Weijdom Claterbos, in het dagelijks leven Bertus Claterbos genoemd, met Hendrikje Schoonvelde in mei 1925 woonden op 't Ende drie generaties, t.w. Luuks van 't Ende, Willem Schoonvelde en zijn beide andere dochters Zwaantje en Arendine. Zwaantje trouwde met Hendrik Brouwer uit Ruinerwold. Arendine die verloofd is geweest met Jan ten Wolde, ging na diens overlijden eveneens op Ruinerwold wonen.
Uit het huwelijk van Bertus en Hendrikje werden twee kinderen geboren. Een dochter Klazina in 1926, en een zoon Jan Frederik in 1929. Klazien en Freek zoals ze in het dagelijks gebeuren werden genoemd, hebben beide op de openbare lagere school gezeten in de Stapel aan de Leijenweg. Zij hebben een prettige jeugd gehad. Klazien kan zich nog heel goed herinneren dat er met de koets op familiebezoek naar Ruinerwold werd gegaan. Toen zij wat ouder werd ging zij echter liever met de fiets er achteraan.
Op de boerderij had men voor de oorlog veelal een inwonende knecht en dienstmaagd en was het altijd gezellig bij de gezamenlijke maaltijden.
Als de jaarlijkse familiedag in januari in het zicht kwam, was het in de huishouding erg druk. In de voorkamer moest dan dagen van te voren de kachel aangemaakt worden. Veelal ging de eerste dag met veel rookontwikkeling gepaard. De schoorsteen moest eerst droog worden voordat er goede trek inkwam. Ook kwam het voor dat eerst de kachelsmid moest komen om te kijken of de kachelpijp niet doorgeroest was.
Vanzelfsprekend werd er ook gegeten. Alleen dat feit gaf al een drukte van belang.
Toen in 1939 de mobilisatie kwam, kreeg men op 't Ende inkwartiering van een aantal soldaten, die de brug over de Reest moesten bewaken. In de oorlog heeft men onderdak geboden aan jonge mensen die in het verzet zaten. Het waren spannende tijden, vooral in het laatste oorlogsjaar. Toen is het voorgekomen dat de ondergrondsen in het hooi in de hooischuur zaten, evacués uit Arnhem in het voorhuis en Duitse soldaten op een slaapkamer op de bovenverdieping. Het is gelukkig allemaal goed afgelopen.
Na de oorlog heeft Klazien, na een middelbare schoolopleiding in Meppel, een opleiding gevolgd aan de Groninger Kook- en Huishoudschool. Daar in Groningen heeft ze op de ijsbaan kennis gemaakt met de schrijver van dit artikel, geboren in Veendam, opgegroeid in de Wieringermeer, die een opleiding volgde aan de Hogere Landbouwschool in Groningen. In 1951 zijn we getrouwd en gaan wonen in Wageningen. Destijds was ik werkzaam bij de Landelijke voorlichtingdienst voor Landbouwmechanisatie. Later, in 1963, gingen wij verhuizen naar Emmeloord. Daar was ik aangesteld als directeur van een in de Noordoostpolder werkzame coöperatie voor de afzet van zaaizaad en pootgoed van de aangesloten leden. Door diverse fusies kwam er in 1973 een grotere coöperatie tot stand met de naam Agrico. Het hoofdkantoor werd gevestigd in Emmeloord, districtskantoren kwamen er in Baflo, Veenoord, Middenmeer, Broek op Langedijk, Zeewolde, Dronten en Emmeloord. In dat geheel had ik de functie van Technisch Bedrijfsadviseur.
Freek was na een middelbare schoolopleiding naar de Rijks Landbouw Winterschool in Meppel gegaan en had diverse cursussen gevolgd om zich voor te bereiden op het boer zijn. Hij wilde zijn vader opvolgen als boer op 't Ende. Echter door allerlei omstandigheden liep het anders dan men wel graag wilde. Modernisering van het bedrijf werd ondermeer gedwarsboomd, doordat het nog onduidelijk was waar de autosnelweg A28 zou worden aangelegd. Er waren in die tijd drie mogelijkheden voor het traject Zwolle-Hoogeveen. Bij een van de plannen zou de weg dwars door 't Ende gaan. Gelukkig is dat plan niet doorgegaan en heeft men gekozen voor het noordelijke tracé, waar de huidige A 28 is aangelegd. In een later stadium gingen perikelen met de gezondheid meer en meer een rol spelen.
Het is teleurstellend geweest dat Freek niet getrouwd is, waardoor hij bij zijn ouders bleef wonen.
Hendrikje Schoonvelde overleed in augustus 1977, haar echtgenoot Bertus Claterbos in maart 1978, respectievelijk op 80- en 84-jarige leeftijd. Zij zijn in Avereest begraven.
Freek bleef alleen achter en ging het land op een gemakkelijker wijze exploiteren. Hij is helaas in juni 1980 plotseling overleden. Hij werd begraven in IJhorst.
Klazien besloot toen samen met mij om terug te gaan naar haar geboorteplaats 't Ende. Twee van onze kinderen waren reeds getrouwd en woonden destijds in de Noordoostpolder. De jongste dochter Frederique kwam mee naar de Stapel. Samen hebben wij een heel fijne tijd gehad op 't Ende. Gedurende een periode van 5 jaar heb ik heen en weer gereisd naar Emmeloord. In 1985 heb ik gebruik gemaakt van de VUT-regeling. Daarna heb ik mij geheel gewijd aan 't Ende en het daarbij behorende land en heb elke dag opnieuw genoten.
In 1997, bij het stijgen der jaren, is het besluit genomen om afscheid te nemen van de plek en een huis in de omgeving te gaan zoeken. Dit is wonderwel gelukt en hoewel het afscheid van 't Ende ons zwaar is gevallen hebben wij er geen moment spijt van gehad.
Vanzelfsprekend kwam toen aan de orde of een van de kinderen op 't Ende wilde gaan wonen. Aan de ene kant vonden wij het spijtig dat geen van de drie kinderen het zag zitten, aan de andere kant waren wij er niet treurig om. Restauratie zou veel tijd en geld hebben gekost.
Het besluit werd toen genomen om de boerderij te verkopen. Wij wisten dat de Stichting 'Het Drentse Landschap' een gegadigde was en omdat na diverse besprekingen wij de garantie kregen dat men het geheel in stand wilde houden en restaureren, waarbij de verschijningsvorm zou worden gehandhaafd, is de verkoop aan genoemde stichting gerealiseerd.
In het voorjaar van 2002 is de restauratie gereedgekomen en is het gebouw officieel geopend in zijn nieuwe functie van bezoekers- en informatiecentrum.
Wij zijn blij dat het geheel wordt bewaard voor het nageslacht.

Zie ook: Oude boerderij herbergt mooie geschiedenis ..., 't Ende in beeld