Dit nummer – nr. 2 van jaargang 24 – wordt geopend door Aaltienus Buiter met een uitvoerige opsomming van wat er in de loop van de tijd in Koekange allemaal is geweest aan drankgelegenheden. Er is maar weinig van overgebleven.
Albert Veld is een tijdje afwezig geweest in ons blad, maar is er gelukkig nu weer bij. Hij maakt u deelgenoot van zijn grote verzameling van artikelen die in zijn jonge jaren werden cadeau gedaan als je bepaalde waren van bepaalde fabrikanten kocht. Op die manier zijn er vele albums en verzamelingen tot stand gekomen, veelal gebaseerd op de jeugdige passie voor de voetbalsport.
Daarnaast meldt Albert dat zijn verhalen in dit blad over de jeugdinternaten die gevestigd waren in de huizen Dickninge en De Havixhorst hebben geleid tot een publicatie in boekvorm.
Paul Mentink schrijft over het Westerborkpad, opgezet en bewegwijzerd om de droeve gang van onze Joodse landgenoten vanuit Amsterdam naar Kamp Westerbork in herinnering te houden.
Ina ten Wolde vervolgt haar beschrijving van huizen en bewoners van de Oosterwijk, die zij in het vorige nummer was begonnen.
De rij bijdragen wordt gesloten door Mieneke Bout, die een indruk geeft van haar verzameling voorwerpen van blik die zij in hun riante boerderij Welgelegen vlakbij het spoor in Koekange heeft opgezet.
Ik wens u veel genoegen bij het lezen van al deze bijdragen.
Louis Timans.