Bij de presentatie van dit nummer (no. 4 van jaargang 23) wil ik allereerst stilstaan bij het overlijden van Jan Bolling, waarover u al hebt gelezen in het voorwoord van onze voorzitter. Ik was sinds vele jaren bevriend met Jan, er waren nogal wat gebieden waarop we raakvlakken hadden.
Voor wat ’t Olde Karspel betreft bewonderde ik de trouw waarmee hij zijn bijdragen leverde en de nauwgezetheid die hij bij het schrijven aan de dag legde. Ik dacht eerlijk gezegd wel eens: “Wat minder jaartallen zou ook wel mogen, Jan …” Anderzijds hielpen die jaartallen wel om het beeld scherp te krijgen als de familierelaties ingewikkeld lagen.
Ik zal hem, en niet alleen bij ’t Olde Karspel, erg gaan missen.
En nu het huidige nummer.
Het begint zoals gewoonlijk met de bijdrage die Jan heeft ingebracht.
Hij vertelt het verhaal van het voorgeslacht van mevrouw Moret-Wessels Boer (Margreet), de bewoonster van het statige huis in de bijna haakse bocht van de Schiphorsterweg tussen Meppel en de Wijk. Vele namen komen voorbij: die van Eleveld, Hilberts, Pol, Rigterink, Moret en Wessels Boer, namen die het gebied tussen Ten Arlo en De Schiphorst bestrijken.
Aaltienus Buiter haalt herinneringen op aan mevrouw Jantje Kraal, van wie de tekst van het Koekanger lied afkomstig is. Hij geeft en passant ook die van het lied van de Wijk. Als zanger bij Wijker Kunst kon ik niet nalaten daar enig commentaar bij te leveren.
Een nieuwe naam, Paul Mentink, doet verslag van zijn zoektocht naar de herkomst van de resten van stenen pijpen. Hij vindt die bij het werken in zijn moestuin bij de kerk van Koekange. De tocht leidde tot interessante ontdekkingen. Wij hopen nog eens meer van hem te mogen lezen. Ik wens u als steeds veel genoegen bij het lezen van dit alles. Mocht u er opmerkingen en/of aanvullingen bij willen maken, wij horen het graag.
Louis Timans.