Het derde nummer van de 19e jaargang – het zomernummer van 2016 – ligt voor u.
Neem rustig de tijd om het te lezen; op het moment dat ik dit schrijf, half augustus, is het toch geen weer voor zomerse buitenactiviteiten; het lijkt wel herfst !
Het valt niet te ontkennen dat in onze wereld het geld een belangrijke rol speelt. Zo zie je in ieder dorp wel een of meer aanduidingen van een financiële instelling, al betekent dat sinds kort niet meer dat je er ook mensen aantreft die je kunnen helpen: meestal zijn het automaten die de klant bedienen. Jan Bolling beschrijft hoe de financiële dienstverlening in De Wijk gestalte kreeg en zich ontwikkelde. Het initiatief werd lang geleden genomen door de Maatschappij tot Nut van het Algemeen, die zich ook “nuttig” maakte door de oprichting en instandhouding van de bibliotheek.
Jan zou Jan niet zijn als hij zich niet ook had verdiept in wat er zich vóór die tijd op de plekken van die gebouwen bevond en de mensen die er geleefd hebben.
Aaltienus Buiter is gedoken in een vraag die hem als Koekanger intrigeerde: hoe komt het dat er in ons dorp mensen rondliepen die Drost heetten en andere die Sol heetten, en toch broer en/of zus van elkaar waren ? Natuurlijk heb ik het niet over vrouwen die door hun huwelijk de naam van hun man hadden aangenomen; die verklaring zou te eenvoudig zijn.
Albert Veld rond zijn verhaal af over zijn oud-dorpsgenote Didy Boverhof, die in 1986 naar Canada emigreerde om zich bij haar Gerrit te voegen, met wie ze samen met hun vier zonen een prachtig landbouwbedrijf heeft opgebouwd. Diverse jongeren van hier hebben inmiddels van hun gastvrijheid gebruik mogen maken om kennis te maken met de grootschalige landbouw aldaar.
Zoals gebruikelijk sluit Enno de Boer de rij met een bijdrage over antiek in onze streek. Deze keer betreft het niet een antiek voorwerp, maar iets groters, namelijk de preekstoel in de kerk van Koekange, gemaakt door een vrijgezelle dominee die ook verdienstelijk meubelmaker was.
Onnodig om te zeggen dat ik u een prettig tijd toewens bij het lezen van al dit moois en – als het even kan – ook wat aangenamer zomerweer !
Louis Timans.