Als u de pagina met de inhoudsopgave van dit nummer opslaat, valt het u wellicht op dat de lijst van bijdragen niet de gebruikelijke lengte heeft. Mij trof het tenminste wel toen ik het materiaal onder ogen kreeg. Dat het aantal bijdragen beperkt is, betekent gelukkig niet dat deze aflevering – de 2e van de 19e jaargang – minder lezenswaardig zou zijn. Oordeelt u zelf maar: Aaltienus Buiter doet verslag van de onthulling van een gedenkteken voor Nestor Probizanski op de begraafplaats van de Wijk. Probizanski, een Canadees soldaat, verloor jammerlijk het leven bij de bevrijding door een fataal ongeluk.
Jan Bolling vertelt verder over het rijke verleden van het pand aan de Dorpsstraat dat nu de Outlet en de Rabobank huisvest, het vroegere Café Centraal. Het verhaal zal stellig bij velen herinneringen oproepen.
Uit Koekange komt Aaltienus Buiter met de onthulling (althans voor mij) dat er achter de naam “Oshaarseweg” een buurtschap “(de) Oshaar” schuilgaat die ooit op gelijke voet stond met Hoogeveen. Voor de fietser die ik ben levert hij en passant suggesties voor een mij onbekende route. Leuk meegenomen.
Albert Veld tenslotte is, al bladerend in plakboeken, op het idee gekomen iets te doen met het levensverhaal van een jonge vrouw uit de Wijk, Didy Boverhof, die in de jaren tachtig van de vorige eeuw zich bij haar grote liefde voegde. Op zichzelf niet zo bijzonder, zou je zeggen, maar ze moest er wel voor naar Canada.
Ik wens u veel genoegen bij het lezen.
Louis Timans.