over Guichelaars en Agtersmits
Lezers reageren…
Het artikel in het vorige nummer, getiteld "Familienamen in Koekange" heeft 2 reacties opgeleverd die hier worden gepubliceerd, waarna Giel van der Wal een reactie geeft.
E-mail van de heer H. Guichelaar uit Ruinerwold:
De veronderstelling van Giel van der Wal in 't Olde Karspel 11-3, dat de geslachtsnaam Guichelaar afgeleid zou zijn van de voornaam Geuchien, lijkt mij erg onwaarschijnlijk. Het is aannemelijk dat deze voornaam dan terug zou komen in volgende geslachten. Sinds Claas Jans Geuchelaar, op 10 oktober 1716 in IJhorst/De Wijk gehuwd met Jantje Jans, is dat geen enkele keer het geval.
Volgens "Huizinga's complete lijst van namen" is de naam Guichelaar van Bijbelse oorsprong. In Exodus 7:11 worden de tovenaars en magiërs (NBV) van de Farao "guichelaars" (Statenvertaling) genoemd. Het woord guichelaar kan ook vertaald worden met wichelroedeloper.
In vroegere tijden werd van een wichelroede gebruik gemaakt om o.a. de plaats te bepalen waar een put kon worden gegraven. Ook kon de wichelroede gebruikt worden om vast te stellen wat de meest gunstige plaats is voor het bouwen van een boerderij. Mogelijk is de eerste persoon met de naam Guichelaar een wichelroedeloper geweest!
Een andere veronderstelling is dat de naam afkomstig is uit Frankrijk, van uitgeweken Hugenoten. Zij hadden in 1598 geloofsvrijheid gekregen bij het door koning Hendrik IV uitgevaardigde Edict van Nantes. In 1685 werd deze geloofsvrijheid opgeheven bij het Edict van Fontainebleau. Het gevolg was dat veel Hugenoten vluchtten naar het buitenland. Ongeveer 50.000 kwamen naar Nederland.
In de Waalse (Frans sprekende) kerk in Amsterdam kwamen omstreeks deze tijd de namen Guicherat en Guicherel voor. Deze namen lijken meer op Guichelaar dan Geuchien! Er is ook een nazaat van Claas Jans die Guicheler werd genoemd.
Claas Jans Geuchelaar werd bij zijn huwelijk met Jantje Jans jonggezel van het Legeveen genoemd. Hij kwam dus uit Lageveen, dat deel uit maakt(e) van Zuidwolde. Door een brand in een boerderij op 18 augustus 1824 zijn de archieven van Zuidwolde verloren gegaan, zodat moeilijk te achterhalen zal zijn wie die ouders van Claas Jans zijn geweest en waar de naam Guichelaar vandaan komt.
Henk Guichelaar
Ruinerwold
(ook wichelroedeloper!)
E-mail van mevrouw Hilda Klein-Koobs:
Bij deze wil ik even reageren op het stukje familienamen in Koekange in 't Olde Karspel 11de jaargang nr. 3. Hierin hebben ze het over de naam Agtersmit. Nu ben ik de kleindochter van Margje Koobs-Agtersmit. Zij heeft haar jeugd in het Koekangerveld doorgebracht, waar haar ouders (Berend Agtersmit en Aaltje Klaster) woonden. Ik ben bezig met de stamboom van mijn familie. Ook van de familie Agtersmit. Het klopt dat ze de afgelopen eeuw bijna allemaal in de omgeving De Wijk/Koekange gewoond hebben, maar daarvóór hebben ze in Zuidwolde gewoond. Maar de overgrootvader van mijn oma en tevens de stamvader van al de Agtersmitjes in onze omgeving, nl Klaas Agtersmit, kwam uit Hattem. Hij is geboren op 08.05.1805 te Hattem en overleden te Zuidwolde op 19.11.1893. Mogelijk dat hij of een van zijn voorvaders achter een smid gewoond heeft, dat weet ik niet maar in elk geval niet in Koekange of De Wijk. Het is dus ook niet een Drentse naam.
Maar het stukje was wel heel interessant om te lezen. Zoals ik elke keer weer geniet van 't Olde Karspel.
Succes verder zodat iedereen ervan genieten kan.
Wat wel vaststaat is dat het woord "guichelen" de basis is van het latere woord "goochelen". Ik ontken dit niet, integendeel! Ook dat het beroep van guichelaar tot de familienaam Guichelaar heeft geleid, acht ik zonder meer waarschijnlijk. Alleen heb ik m.i. goede redenen om een andere, m.i. nogal interessante mogelijkheid, dus via de voornaam Geuchien, niet helemaal uit te sluiten.
Allereerst even over de betekenis van het woord "guich" en zijn samenstellingen. Letterlijk betekent "guich" onder meer een grimas of gezicht en betekent iemand "voor de guichel" houden of iemand "guichelen": hem (net als bij goochelen) voor de gek houden. In het woord "babbeleguigjes" = fratsen, smoesjes, vinden we het terug. Zo is guichelheil (in het Duits: "Geckenheil") de naam van een plantenfamilie die een geneeskrachtige werking bij geesteszieken zou hebben. Letterlijk betekent deze naam dan ook "genezing van gekte".
Ter voorkoming van misverstanden: ik heb in de vorige aflevering niet gezegd dat de voornaam Geuchien een rol gespeeld heeft bij het ontstaan van de familienaam Guichelaar maar mij afgevraagd of dit niet het geval had kunnen zijn. Ik noem u drie argumenten die hiervoor pleiten:
- De voornamen-databank van het Meertensinstituut zegt letterlijk van de voornaam Geuchien: "komt voor in Drente, bijvoorbeeld in Zuidwolde en ook bij de oudere bevolking van Avereest (Overijssel), in het Reestgebied en Oud-Avereest". En kwam Claas Jans niet uit Zuidwolde?
- Volgens de familienamen-databank is het in vrijwel precies hetzelfde Drents-Overijsselse grensgebied dat, als enige plattelandsgebied in Nederland, de familienaam Geugies voorkomt.
- Ook het feit dat voorvader Claas Jans Geuchelaar heette en niet Guichelaar pleit voor de door mij geopperde mogelijkheid.
Op de genoemde "Huizinga's complete lijst van namen" valt vanuit wetenschappelijk oogpunt wel een en ander af te dingen, hetgeen Huizinga in zijn voorwoord zelf ook ruiterlijk toegeeft. M.a.w. voorzichtigheid bij gebruik van dit, inderdaad volumineuze, standaardwerk blijft geboden. Dat de woorden "guichelaar" en "wichelroedeloper" synoniem zouden zijn, heb ik niet kunnen vinden. Etymologisch liggen de beide mogelijke bronwoorden "guich" en "wicken" in ieder geval wel ver uiteen. Dat beide beroepen nog altijd door enige geheimzinnigheid zijn omgeven en mogelijk ook beide door een en dezelfde persoon konden worden uitgeoefend, speelt misschien wel een rol.
Dat de naam Guichelaar afgeleid zou kunnen zijn van familienamen van Hugenoten als Guicherat en Guicherel lijkt gezien de schrijfwijze in eerste instantie niet onaannemelijk. Maar bij nader inzien, bedenkend dat er in die tijd veel mondelinge en weinig schriftelijke communicatie plaats vond, twijfel ik toch wel vanwege de duidelijke fonetische verschillen. Deze zijn namelijk wel erg groot zoals tussen de scherpe Hollandse g en de heel andere typisch Franse g. Ook de ie-klanken (van Guicherat en Guicheret) versus de eu-ui-klanken (van Geuchelaar en Guichelaar) verschillen sterk terwijl ch in het Frans als sj wordt uitgesproken en in het Hollands als g.
Met Guichelaar betreur ik dat de archieven van Zuidwolde verloren gingen, hoewel alles weten ook niet altijd gelukkig maakt. Samenvattend wil ik besluiten met voor te stellen het er voorlopig maar op te houden dat Guichelaar hoogstwaarschijnlijk van "goochelaar" komt en de Geuchien-theorie als goede tweede achter de hand te houden.
Mijn antwoord op de reactie van Hilda Klein-Koobs kan heel wat korter zijn, want zij heeft volledig gelijk: ondanks het feit dat in 1947 alleen in de gemeenten Ruinerwold en de Wijk-Koekange Agtersmits wonen kan de oorsprong van zo'n naam heel goed ergens anders liggen, zoals in dit geval dus in de gemeente Hattem. De door haar genoemde stamvader Klaas Harms is in 1811, als de familienamen worden vastgesteld, pas zes jaar oud zodat we mogen aannemen dat niet hij maar zijn vader Harm (zoon van Klaas) dat heeft gedaan. Niettemin kan de naam ook best uit een nog eerdere generatie stammen.
Los van het voorgaande achterhaalde ik verder uit de database van Meertens nog zes Agtersmids in de gemeente Staphorst en een Achtersmit in Drenthe (alles in 1947) terwijl een steekproefje uit de telefoongids uitwees dat geen van de Achtersmits waarschijnlijk later weer zuidelijk van de IJssel is terechtgekomen en de naam Agtersmid nog maar één keer in het telefoonboek van Staphorst staat.