Familienamen in Koekange
Toen ik nog in Utrecht studeerde (of beter gezegd: student was...), zag ik regelmatig de grote veeauto van "Jan Drost, Koekange". Onbewust koppelde ik sindsdien de namen Drost en Koekange. Nadat ik in 1965 ter plaatse werkzaam was geworden, ontdekte ik dat er in Koekange veel meer Drosten waren en zelfs minstens twee soorten. Inmiddels weet ik dat de familienaam Drost vanouds te maken heeft met mensen die op enigerlei wijze in relatie stonden met een drost, een plaatselijke bestuurder-machthebber uit vroeger tijden. Hoewel de naam Drost in Koekange dus veel voorkomt, is de naam landelijk bekend en zeker niet kenmerkend voor Koekange, ook niet typisch Drents; het is wel een naam die je voornamelijk boven de grote rivieren aantreft. Bladerend in het telefoonboek van Koekange en met het Meertens "namen-instituut" voor mij op het beeldscherm, liet ik zo maar eens een paar familienamen uit Koekange de revue passeren.
Het is goed te weten dat Napoléon in 1811 wilde dat alle mensen, die nog geen familienaam hadden, er één aannamen. Tot dan noemden velen zich naar hun vader (Jan Pieters(z)= Jan, zoon van Pieter) of hadden ze al, maar dan vrijwillig, een familienaam aangenomen. Maar in 1811 werd het verplicht en mocht eenieder zich noemen zo hij wilde. Je kon daarbij uitgaan van wat je maar wilde: je beroep (Mulder, Bakker, de Boer, Kuiper), waar je vandaan kwam (de Zeeuw, de Vries, van Maastrigt, Veenstra), je woonadres (van der Hoek, Andeweg, van der Weide, Straatsma) enz. Uit die tijd stammen ook namen als Naaktgeboren, Poepjes en Zondervan (betekent: geen achternaam, geen "van"), bedacht door mensen die de draak staken met Napoléons wetgeving. Het aantal verschillende familienamen bedroeg in 1947 (het jaar van de volkstelling waarop de gegevens van het Meertensinstituut berusten) maar liefst bijna 90.000. Het instituut vermeldt hoe elke naam per provincie over het gehele land verspreid is. Zo is het mogelijk om bij benadering van een naam te zeggen of het een echte Drentse naam is, en soms ook nog veel meer.
Neem bijvoorbeeld de naam Agtersmit. In 1947 waren er in heel Nederland 18 Agtersmits, alle 18 woonden in Drenthe in de gemeentes Ruinerwold en De Wijk-Koekange. Drentser kan het dus haast niet en je kunt je daarom afvragen wie in deze gemeentes in 1811 in een huis "achter de smid" woonde en zich daarnaar noemde.
Wat mij vooral interesseert (en hopelijk ook lezer dezes): is een naam echt Drents of niet?
Neem nu de naam Benning, waarvan de oorsprong ligt in de regio Hoogeveen-Zuidwolde-Ruinen en die dus een duidelijk Drents karakter heeft. Schrijven we nu Bennink (een naam met eenzelfde regionale oorsprong) dan komen we nadrukkelijk in Gelderland en Overijssel terecht, terwijl het maar één letter scheelt.
Van de mensen met de naam Bloemberg woonden in 1947 30% in Drenthe en was de rest vrij gelijkmatig over heel Nederland verdeeld, zodat deze naam op een duidelijk Drentse oorsprong kan wijzen, hetgeen ook zeker geldt voor namen als Annen (afgeleid van de voornaam Anne) en Benak en of je achter Bollin nu een g of een k zet, beide namen zijn onvervalst Drents (dus heel anders dan bij Benning/k).
De Drentse Bremmers moet ik teleurstellen: er wonen in Overijssel 10x zoveel Bremmers als in Drenthe; er is zelfs een grote kolonie in Zuid-Holland.
De naam Buiter zou zijn oorsprong kunnen vinden in de handel, de visserij of de bijenhouderij. In de provincie Groningen woonden twee maal zo veel Buiters als in Drenthe terwijl het verwante Buter nadrukkelijk Overijssels zou zijn.
Opvallend vond ik dat bijna de helft van de Nederlanders met de naam Gunnink in Drenthe woonden en meer dan de helft van hen met de naam Gunning in Overijssel. Naast dit verschil was de overeenkomst dat beide groeperingen in Noord-Holland een circa 50% grote groep naamgenoten hadden des te opvallender.
Volgens Meertens zou de naam Eesinge in 1947 niet voorgekomen zijn, maar zouden er van de 6 naam-dragers Esinge 5 in Drenthe gewoond hebben. Kijken we dan naar de naam Ezinga dan blijkt deze vrijwel gelijk over de Provincies Groningen en Overijssel verdeeld te zijn, waarmee de Eeze bij Steenwijk en Ezinge in N-W Groningen in beeld komen als bronnen voor naamgeving. Voor Koekange zou ik dan, gezien de afstand, een lichte voorkeur voor de Eeze hebben.
Tweederde van de mensen die zich Guichelaar noemden, woonden in Drenthe. Van hun naam wordt gezegd dat goochelaar de oorsprong zou zijn. Maar als ik lees dat in 1716 in De Wijk Claas Jans Geuchelaar leeft, vraag ik mij af of de voornaam Geuchien hier niet een rol heeft gespeeld.
Vreemd vind ik dat van mensen met de naam Heuvelman maar 6% in Drenthe woonden en nota bene meer dan 70% in het toch weinig heuvelachtige Zuid-Holland. De Hielkens zijn precies fifty-fifty verdeeld over Drenthe en Gelderland, dus vreemd genoeg niet in het tussenliggende Overijssel. Zou een Hielke de gemeenschappelijke stamvader zijn of zou er sprake zijn van twee Hielkes?
Haveman is net als Kreulen een typisch Drentse familienaam terwijl deze laatste naam, maar dan zonder -n veel meer Overijssels is.
Van de mensen met de naam van Gijssel woonden er 65% in Drenthe, bron: plaatsnaam Gijs(s)elte. Van die met de naam van Gijsel woonden 88% in Zeeland en Noord-Brabant terwijl de naam van Gijzel voor 50% in Noord-Brabant thuishoorde (bron: het Brabantse Gijzel, bij Helvoirt).
De naam Kruidhof (met een d) is typisch voor de vier noordelijke provincies (80%) waarvan de helft in Overijssel. Dit geldt voor de naam Kruithof in grote lijnen ook maar opvallend is dat je daarnaast in Zuid-Holland wel vijf (!) maal zoveel Kruithofs vindt als in heel Nederland, en geen Kruidhofs. Opvallend is dat het Meertensinstituut wel een verband legt tussen Kruithof en kruiden ("bewoner van b.v. een kruidentuin, een moestuin") maar hierover bij Kruidhof zwijgt.
De naam Kwant, vooral in Groningen voorkomend, zou in een grijs verleden afgeleid zijn van de naam Quant of Quand, terwijl de oorsprong van Lampe gezocht kan worden in de textielhandel vanuit Duitsland, vgl. Brenninkmeier en Sinkel, afstammelingen van marskramers uit vooral Westfalen. Modehuizen als C & A en Lampe en De Winkel van Sinkel zijn hieruit voortgekomen.
Specifieke namen als Lubbinge, Nijstad, Oshaar en Schoonvelde zijn zowel aardrijkskundige namen als familienamen en daardoor duidelijk plaatsgebonden. Hoewel dat bij meer algemene namen als Brinkman, Dijkstra, van der Meer anders ligt (er zijn immers veel brinken, dijken en meren), hoef je bij Broekhuizens, als zij in Broekhuizen wonen, weer niet te twijfelen.
De naam Schiphof is van Friese oorsprong: 80% van de Schiphofs woonde in 1947 in Friesland en dan ook nog bijna alle boven de lijn Leeuwarden-Harlingen.
Dat de naam Scheper in Drenthe veel zou voorkomen was, gezien de rol van het schaap in de historie te verwachten. Maar in Groningen kwam de naam even vaak voor.
Na het noemen van nog een paar typisch (Zuidwest-?)Drentse familienamen zoals Courtz (oorsprong: Koert?), Oetsen (van Oeds?), Leuninge, Lo(o)pers, Westert en Rumph wil ik deze aflevering stichtelijk besluiten met "Een goede naam is beter dan goede olie" (Prediker VII,1), want "olie kan wegdrijven". (Aangehaald uit het bekende boek van Stoett).
Voor eventuele reacties: redactie 't Olde Karspel.