't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

90 Jaar Zuivelfabriek "Rogat" deel 2:
Verbouwingen, toetredingen en het definitieve einde

door J. Slomp


In het vorige nummer werd een begin gemaakt met het artikel over een bedrijf dat gezichtsbepalend was in Rogat. Hieronder volgt het tweede deel.


Einde kaasmakerij
In 1964 werd besloten met de kaasmakerij die vanwege te kleine productie onrendabel was geworden te stoppen. In dit jaar, op 11 mei, werd ook de schoorsteen van de oude kolenstookinstallatie afgebroken.

Uitbreiding en nieuwbouw
In 1965 vond er een grote uitbreiding van de melkinrichting plaats. De voormalige kaasmakerij werd verbouwd tot koelruimte voor de opslag van melk en melkproducten. In 1966 werden nieuwe kantoren en een vergaderruimte gebouwd. Deze kwamen op de plaats waar eerder het ketelhuis en de schoorsteen waren. De oude kantoren aan de achterzijde van het bedrijf waren te klein geworden. Het nieuwe gebouw werd als doelmatig en representatief ervaren.
G.E. Gemeenschappelijke Exploitatie
In 1968 kwam in Drenthe een grote zuivelconcentratie tot stand. Een groot aantal Coöperatieve Zuivelfabrieken besloten met ingang van 28 april 1968 één Gemeenschappelijke Exploitatie te vormen in DOMO-BEDUM verband.
De Coöp. Zuivelfabriek in Bedum (Gr.) had zich enige jaren terug ook aangesloten bij de DOMO. Als voordelen werden genoemd:
  • meer macht door bundeling van veel melk
  • meer mogelijkheden door onderlinge verschuiving van te verwerken hoeveelheden melk
  • interne reorganisatie en sluiting van onrendabele bedrijven
  • reorganisatie van het melkvervoer
  • beperking van het transport van melk per tank
  • doelmatige investering
  • centrale productieplanning
Het betekende echter ook dat veel van de zelfstandigheid en vrijheid van de plaatselijke fabrieken moest worden prijsgegeven. Een opoffering, die hier en daar, zeker ook bij Rogat, nog al moeite kostte.

Toetreding tot de G.E.
Na intensief en langdurig beraad was het bestuur van Rogat tot de conclusie gekomen, dat het ook voor dit bedrijf zeer moeilijk, zo al niet onmogelijk zou worden in de toekomst alleen en zelfstandig te blijven doorgaan. Op 1 januari 1969 werd de toetreding tot de Gemeenschappelijke Exploitatie een feit en verloor het bedrijf na tachtig jaar te hebben bestaan zijn zelfstandigheid. Een wat triest einde van de eerste en oudste Coöperatieve Zuivelfabriek in Drenthe. De G.E. hield ook in dat door alle aangesloten bedrijven eenzelfde melkprijs aan de veehouders werd uitbetaald. Uiteraard wel naar vet- en eiwitgehalte.
Aan het eind van dit jaar werd ook het naburige bedrijf te Haalweide stilgelegd. Van de daar aangevoerde melk werd ruim 30 % naar Rogat overgebracht. In 1971 werd door de ontwikkeling van het tankmelken ook melk ontvangen van enkele leden van de fabriek te Koekange.

R.M.O. Rijdende Melk Ontvangst
In 1972 werd het bedrijf aangepast voor het ontvangen van per tank (R.M.O.) aangevoerde melk. Dit vervoer werd verzorgd door vervoersbedrijf Sent Waninge uit Hoogeveen. Aangevoerd werd in bussen ruim 15 mln. kg. Per tank ruim 2,5 mln. kg. Minder goed was de ontwikkeling van de afzet van consumptiemelk en melkproducten via het straatkanaal. Dit werd veroorzaakt doordat het winkelkanaal zich steeds intensiever met de verkoop van deze producten ging bemoeien.

Einde aanvoer bussenmelk
Op 30 april 1975 werd de bussenmelk ontvangst gesloten. Meer dan 87 jaar was de melk van de leden in bussen ontvangen; eerst aangevoerd met hand- of hondenkar, later met paard en wagen en tenslotte met vrachtauto's en trekkers.
Deze sluiting was een direct gevolg van de snelle toename van het tankmelken op de boerderijen, waardoor de melkritten onderbezet raakten en door reorganisatie (samenvoeging) weer economisch moesten worden gemaakt.
De snelle stijging van het aantal tankmelkers blijkt duidelijk uit de volgende cijfers in ons werkgebied wat betreft tankmelkvervoer, te weten Rogat, Ruinerwold, Koekange, Haalweide, Havelte en Wapserveen. Eind 1974 waren er 80 tankmelkers, in mei 1975 waren dit er 150, terwijl dit eind 1975 al was gestegen tot boven de 280. Het vervoer van de nog resterende bussenmelk werd overgeheveld naar de fabrieken in Koekange en Ruinerwold.
Thuishaven R.M.O.
Gelijktijdig met het sluiten van de bussenmelkontvangst kreeg 'Rogat' een nieuwe functie, namelijk thuishaven van de Rijdende Melk Ontvangst in Zuid-West Drenthe. Haar taak werd de verzorging van de administratie, de planning van het vervoer en controle op de gehele gang van zaken. In verband met deze omschakeling waren belangrijke investeringen noodzakelijk. Aangeschaft werden een drietalopslagtanks, een reinigingsset voor R.M.O.'s, pompen, leidingen enz. Er waren drie Rijdende Melk Ontvangsten van het vervoersbedrijf Sent Waninge te Hoogeveen gestationeerd.

Uitbreiding productie-pakket
In de loop van 1975 werd in samenwerking met het research-laboratorium van DOMO een nieuw product aan het pakket toegevoegd. Dit artikel, "gele bakkersroom" is alleen bestemd voor bakkerijen en wordt gebruikt bij de bereiding van "tompoezen". Het werd geleverd aan HEMA-bakkerijen in Den Helder, Alkmaar, Amsterdam, Leiden, Den Haag, Breda, Helmond, Venlo, Kerkrade, Maastricht, Nijmegen, Enschede, Groningen en Leeuwarden.
De totale productie in 1975 bedroeg reeds 109.610 kg. In 1976 kwam daar ook nog bij "Rijstevlaai-vulling". Dit voornamelijk voor de Limburgse plaatsen.

Het Einde
Op 12 mei 1977 viel het besluit dat "Rogat" in verband met noodzakelijke schaalvergroting in DOMO-verband de productie van consumptiemelk en melkproducten moest stoppen. Een moeilijk te begrijpen besluit voor allen die nauw bij "Rogat" betrokken waren. Zowel bestuur, leden, directie en personeel konden dit nauwelijks bevatten. "Rogat" was een gezond, rendabel bedrijf. Het had ook aan de G.E. jaarlijks een positieve bijdrage geleverd. Eind 1977 werd de productie definitief gestopt. De aanvoer van tankmelk heeft nog plaatsgevonden tot circa mei 1978.

Afbraak van het fabriekscomplex in 1985.
De productie en afzet werden overgenomen door de bedrijven te Emmen en Groningen. Balkbrug, Dedemsvaart en omgeving werden vanuit Emmen bevoorraad. Meppel en Zuid-West Drenthe werden door Groningen verzorgd.
Het filiaal aan de Comm. de Vos v. Steenwijklaan in Meppel is nog tot 5 maart 1979 gebleven. Daarna is het overgedragen aan de Meppeler SRV-handelaren voor opslag van hun handelswaren. Per 1 juli 1987 is deze opslagmogelijkheid gestopt.

Eerste steen
Als blijvend aandenken aan de Coöperatieve Zuivelfabriek "Rogat", is de eerste steen ingemetseld in de muur bij het haventje van Rogat.