't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

Nogmaals de Grebbeberg in de meidagen van 1940 (2)

door Aaltienus Buiter

In het vorige nummer van 't Olde Karspel stond een artikel, van de hand van Henk van Noord, over de wederwaardigheden van de gebr. Roelof en Harman Drost in de meidagen van 1940 op de Grebbeberg.
Omdat hij verder praktisch niemand kende, die in de meidagen van 1940 daar ook gelegerd was geweest, deed hij aan het eind van zijn artikel een oproep: mochten er meer mensen zijn die daar ook iets van afwisten, dan hoorde hij dat graag. Inmiddels hebben we diverse namen doorgekregen van militairen die ook de gevechten op de Grebbeberg hebben meegemaakt. Mevr. Anny Kuijer uit Heemstede, die vroeger op Weerwille woonde, vertelde dat ook Derk Middelveld van Weerwille en Arend Hertong van de Ruinerweg op de Grebbeberg gelegerd waren. Van Gerrit Veld uit de Wijk, toen wonend in Koekange, hoorden we dat ook zijn vader, Jan Veld, daar gelegerd was.


Persoonlijke aantekeningen van Jan Buiter
Omdat mijn vader, Jan Buiter (1907-1972), eveneens op de Grebbeberg gelegerd was en daar de gevechten heeft meegemaakt, sprak ik hierover met Henk van Noord en vertelde over de persoonlijke aantekeningen die hij van die periode had gemaakt en die geheel overeenkwamen met het verhaal van de gebroeders Drost. Ik besloot daarop om ze te publiceren, temeer daar over enkele maanden de herdenkingen aan die angstige periode en de bevrijding weer zullen plaatsvinden.

Nooit over gesproken
Mijn vader heeft nooit met mij noch met mijn broers over die periode, die toch een onuitwisbare indruk op hem moet hebben gemaakt, gesproken.
We hebben pas later, na zijn overlijden in 1972, zijn summiere persoonlijke aantekeningen gevonden van die periode. Aan de hand van die aantekeningen kregen we toen een indruk van wat ze daar hebben meegemaakt. Ik zal zijn aantekeningen daarom zoveel mogelijk letterlijk weergeven.
Hij was evenals de gebr. Drost ingedeeld bij het 19e regiment infanterie. De foto van hem die geplaatst is bij dit artikel heeft precies dezelfde achtergrond als de foto van Roelof Drost. Ik heb er ook nooit over gehoord dat ze elkaar daar, alle drie van Koekange komend, wel eens zouden hebben ontmoet.

Voormobilisatie
Volgens zijn aantekeningen begint voor mijn vader de voormobilisatie op vrijdag 25 augustus 1939. Hij moet dan, 32 jaar oud, opkomen in Bergen aan Zee.
Op 29 augustus wordt de algehele mobilisatie afgekondigd. Dan volgt op 20 september zijn overplaatsing naar Hoorn, naar het depot van het 19e regiment infanterie. Op 16 oktober wordt hij overgeplaatst naar de Grebbelinie.
Thuis op de boerderij moet mijn moeder, met 3 jonge kinderen en hulp van derden, de boerderij draaiende houden. Ook voor haar, ongetwijfeld, een moeilijke tijd.
Verlof en even naar huis zat er niet altijd in, vanwege de dreigende situatie. Verschillende keren worden alle verloven ingetrokken. Dat gebeurt in de periode van 10 tot 21 november 1939, 14 tot 23 januari, 9 tot 26 april en op 7 mei 1940.

Aantekeningen van dag tot dag
Ik laat nu zijn aantekeningen van de oorlogsdagen volgen:
9 mei. Donderdagavond versterkte wacht in garnizoen.
10 mei. 's Morgens 3 uur. Oorlog, we moeten naar de stellingen. Ons luchtdoelgeschut haalt veel vijandelijke vliegtuigen neer. Brandende stuka's en parachutisten komen naar beneden.
11 mei. 's Nachts van 2 tot 4 uur veel aanvallende jachtbommenwerpers van de moffen op de luchtdoelartilleriewachtpost. Onze artillerie neemt Wageningen onder vuur. De moffen schieten Rhenen in brand. Onze sectie staat op wacht op Fortuin (een boerderij in de waterlinie). 12 mei. Veel Duits artillerievuur op onze stellingen en op de Cuneraweg.
13 mei. Onze compagnie wordt vooruitgeschoven. Wij bezetten een wachtpost aan de spoorlijn in de flankverdediging van de Grebbeberg. Zware aanvallen, spervuur van de Duitse artillerie, plus bommen en boordwapens.
Om 4 uur in de namiddag komt het volgend bericht van de bataljonscommandant: de Duitsers komen met grote overmacht opzetten. Blijf op uw post. Onze positie is evenwel onhoudbaar. We trekken terug op Veenendaal.
In de daaropvolgende nacht dekt onze compagnie de aftocht van de zware wapens aan de Cuneraweg. De gehele nacht hebben we te maken met vijandelijke beschietingen en patrouilles. Voor ons brandt Wageningen en achter ons brandt Rhenen. Het voorterrein is fel verlicht door lichtkogels.
14 mei. Dinsdag. Om 3 uur 's nachts zijn we omsingeld door de vijand. Onze opdracht luidt: "Probeer de omsingeling te doorbreken en vesting Holland te bereiken". Op de Veenendaalseweg liggen heel veel gesneuvelden.
We trekken via Prattenburg door de Amerongse bossen en Maarn. We hebben veel vuurgevechten met moffenpatrouilles.
Om 3 uur in de middag worden we in Austerlitz, bij Zeist, krijgsgevangen gemaakt door Duitse troepen en opgesloten in het tramstation. In de avond worden we overgebracht naar het kerkgebouw aan de J.P.Heijerlaan.
20 mei. Ons regiment gaat naar Benschop.
24 mei. Overgeplaatst naar oorlogsstandplaats.
25 mei. Naar huis.

Tot zover de aantekeningen van mijn vader. Hij kon 14 dagen na het uitbreken van de oorlog naar huis en heeft dus, in tegenstelling tot de gebr. Drost, niet lang in krijgsgevangenschap gezeten. Of het thuisfront op dat moment wist of hij wel of niet in leven was, is mij niet bekend. Ik was nog niet geboren.
Het moet op de Grebbeberg, zoals ook bleek uit het verhaal over de gebr. Drost, een hel zijn geweest. Zodanig dat er in latere perioden niet over gesproken werd. Althans niet binnen het gezin. Waarschijnlijk wel met vrienden die hetzelfde hadden meegemaakt en waar hij na de oorlog wel contact mee onderhield. Maar ook die kunnen we het niet meer vragen; ze zijn inmiddels ook overleden.

Oorlogsherinneringen van Harm Kraal
In dezelfde periode dat in 't Olde Karspel het artikel over de gebr. Drost stond, was in "Oud Meppel", het blad van de Historische Vereniging Meppel, een artikel over de oorlogsherinneringen van Harm Kraal (1911- 2003) uit Meppel te lezen. Dit artikel was geschreven door zijn dochter, mevr. J. Koopstra-Kraal uit Voorschoten.
De herinneringen van Kraal, die ook diende bij regiment 3-1-19 RI komen geheel overeen met die van de gebr. Drost en van mijn vader. Ook in dat artikel wordt verteld over de bouw van stellingen en kazematten door de militairen tijdens de voormobilisatie, over de hevige gevechten tijdens de 5 dagen durende strijd, over de opdracht van de legerleiding om tot de laatste man stand te houden, over de vele gesneuvelden op de Grebbeberg. En over de krijgsgevangenschap, die voor Kraal 3 weken duurde en die hij had doorgebracht in een krijgsgevangenkamp in Duitsland, waar de voeding slecht was, zó slecht dat tijdens een ochtendappel in hun laatste week 12 gevangenen flauw waren gevallen door ondervoeding.
De duur van de krijgsgevangenschap is verschillend geweest; mijn vader kon al na 2 weken naar huis, Harm Kraal na 3 weken en de gebr. Drost na 6 weken. Uit alle herinneringen komt naar voren hoe verschrikkelijk de strijd is geweest die in de meidagen van 1940 op de Grebbeberg is geleverd.


*****