't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

Landelijke Rijvereniging 'Viribus Unitis'

door Roelof Bakker

Deel 3: Slot


De cross op Dankdag

Naast dressuur en springen was er nog een onderdeel in de ruitersport waar Viribus Unitis zich vanaf de oprichting mee bezighield. Dat waren de crossen die in De Witte Bergen werden georganiseerd. In het begin deed men dit op wisselende tijden van het jaar, maar na de oorlog werd het traditie om dit op Dankdag te doen. De start en finish waren bij het Theehuis van Pries, later Nieuwenhuis, nu Elias Prieshof. Nadat men de cross 'gelopen' had, werd er gepauzeerd. In die pauze zorgde Griet Nieuwenhuis ervoor dat er een grote pan met snert op tafel stond. Terwijl die werd genuttigd had de voorzitter meestal nog enkele mededelingen over het parcours, waarna de eersten konden starten. Er werd gestart in de klassen licht en zwaar en uit de wijde omtrek namen verenigingen aan de cross deel, o.a. de L.R. Lonneker en de Heideruiters uit Holten, waarvan de ruiters Ferdinand Smelt en Teunis Beltman tot de vaste deelnemers behoorden.
Beide heren streden mee om de eerste plaatsen en moesten het opnemen tegen de plaatselijke favorieten, zoals Geert Lommers. Wat later traden de volgende ruiters van V.U. in de crossen op de voorgrond: Gerrit Broekhuizen met zijn paard Rewa, Hilbert Tijmes met Sneeuwkoningin (de witte van Geert Bolling, het paard van zijn schoonvader), Jan Lubberink met Sylona en Engbert van der Woude met Brandy; zij gingen vaak met een eerste prijs naar huis. De prijsuitreiking was na afloop in het Oude Hogenkamp, waarna de dag afgesloten werd met een groot ruiterbal.
In de zeventiger jaren kwamen de samengestelde wedstrijden in beeld, met als onderdelen: dressuur, springen en cross. Viribus Unitis heeft enkele jaren de Kampioenschappen van het noorden mogen organiseren in De Witte Bergen.


Ruiteravonden

Dat Viribus Unitis zich niet alleen met de ruitersport bezig hield, blijkt uit de notulen. Vanaf de oprichting werden er ruiteravonden georganiseerd. Het programma van de eerste ruiteravond zag er als volgt uit: 1. Ruiterbelofte (was dit misschien het clublied ?), 2. onthulling standaard, 3. toneelstukje, 4. bal met verschillende attracties. Een jaar later werd met eigen leden een toneelstukje opgevoerd: 'De knappe vrouw', aangevuld met enkele voordrachten. Een bijzonder nummer die avond was van Meilof Bouwman, die z'n paard zodanig had gedresseerd, dat hij verschillende staaltjes van vrijheidsdressuur op het toneel bij Hogenkamp liet zien. Veel ruiteravonden zijn nadien nog georganiseerd; meestal werd er een toneelstuk opgevoerd met bal na.
Niet altijd werd er een toneelstuk gespeeld met eigen leden, vaak werd er een toneelvereniging of een cabaretgezelschap uitgenodigd.
Met de door eigen leden opgevoerde toneelstukken is men ook vaak naar andere plaatsen geweest om te spelen, o.a. naar Wijhe en Vollenhove.

Jubilea

Aan jubilea werd altijd veel aandacht geschonken, genoemd is al de viering van het 1-jarig bestaan. Op 31 augustus 1931 werd herdacht dat de vereniging 2 jaar ervoor was opgericht, met een groot feest op havezathe De Havixhorst. Onder grote belangstelling werden er wedstrijden verreden; eerst een Cross Country van 2 km met hindernissen, gewonnen door Roelof van Bezoen, en vervolgens, na de thee, 'Tally Ho' ; het parcours was rond de gracht van de havezathe. Een derde onderdeel was 'lintenroof' : in 5 minuten moest de ene ruiter een andere ruiter een lint afhandig maken. Tot slot was er een wedloop te voet afzonderlijk voor dames en heren.
Vervolgens stond men stil bij het 5-jarig bestaan; weer waren de festiviteiten op de Havixhorst. Ook deze keer hadden de nummers die op het programma stonden niet veel te maken met rijkunst: gelukspringen, patrouillespringen, jachtrit, estafetterennen, gehoorzaamheidsproef en een komisch nummer.
Landelijke Rijvereniging Avereest e.o. is een jaar eerder opgericht dan Viribus Unitis. Bij het 25-jarig jubileum van die vereniging zijn enkele bestuursleden naar de receptie geweest. Naast de felicitaties werd een enveloppe met daarin ƒ 50,- aangeboden, met de woorden: Weest'r zunig op, want volgnd jaor binne we'j an de beurte. Het jaar daarop kwamen ze van Avereest naar de Wijk met de felicitaties en ook met een enveloppe, met daarin…ƒ 51,20.
Het 10-jarig jubileum was het eerste waarbij ook een receptie op het programma stond. 's Avonds waren er onderlinge wedstrijden rond de havezathe, zoals individueel springen, groepsspringen en de geschaakte baker (?). Er was grote publieke belangstelling, zowel 's middags als 's avonds en het gebeuren werd afgesloten met een groot bal.
De receptie bij het 20-jarig jubileum werd bij Hogenkamp gehouden en het bal op De Havixhorst. De Kaluha band uit Koekange was gevraagd voor het 'muzikale gedeelte' en café Hogenkamp voor 'het natte'.
Bij het 25-, 30-, 40- en 50-jarig jubileum kwamen de openluchtspelen in beeld. In 1954 werd het openluchtspel voorafgegaan door een dressuurnummer van Geert Lommers; daarna werd een carrousel gereden, gevolgd door een demonstratie paardspringen. Ten slotte werd het zigeunerstuk 'Stefan Borkos' opgevoerd door leden van de vereniging, met als gastspelers Roelie van der Woude-van Strik, Bet Stapel-Hendriks en Roelie Hendriks. Verder werkten mee het mannenkoor van Wijker Kunst met solozang van Jan Engbert van der Woude en Jan Lubberink Jzn. Het muzikale gedeelte werd verzorgd door Co Valesko uit Meppel en de regie was in handen van de heer H.J. Nooder, dierenarts in de Wijk. Kapper Klaas Korf uit de Wijk had met assistentie van 'Tiesie' Katoele de verzorging van licht en geluid op zich genomen. Niet te vergelijken met het professionele materiaal dat gebruikt is bij de laatste opvoering van Stefan Borkos. Maar het publiek nam 50 jaar geleden er genoegen mee, men wist niet anders!


Het Koninklijk huis

Feestelijke gebeurtenissen waren de geboorten in het Koninklijk huis, op zich al feestelijk maar het werd nog gezelliger als je als heraut te paard dat mocht aankondigen. De ruiters moesten met z'n tweeën door de dorpen de Wijk en IJhorst en omgeving een bepaalde route afleggen. Op door hen zelf gekozen plekken werd met trompetgeschal hun aanwezigheid kenbaar gemaakt en vervolgens werd het bericht aangekondigd. De bewoners kwamen met de jeneverfles naar de straat en dan werd er uitbundig getoast op de jonggeborene. Je kunt je voorstellen dat wanneer dat spelletje enkele keren werd herhaald, de heren teugels tekort kwamen om zich een beetje recht op het paard te kunnen voortbewegen. Op 31 januari 1955, de dag dat Prinses Beatrix 18 jaar werd, is ze beschermvrouwe geworden van de Bond van Landelijke Rijverenigingen. Dat gebeurde op Paleis Soestdijk en als vertegenwoordiger van de Provincie Drenthe had Harm van Bezoen de eer daarbij aanwezig te mogen zijn.

De trouwerijen

Tot slot de trouwpartijen van leden van V.U., in de trouwkoets met voor en achter ruiters. Er is door de jaren veel veranderd bij de rijvereniging, maar dat is gelukkig traditie gebleven.
Het was Arend Vos - op 21 december van het vorig jaar op hoge leeftijd overleden -die waarschijnlijk als eerste in een koets naar het stadhuis in de Wijk werd gereden. De koets was gehuurd bij de familie Mulder in Zwolle en werd gehaald en weer terug gebracht door Roelof van Bezoen.
Later heeft men zelf een koets gekocht, in Groningen voor ƒ 90,- , transportkosten ƒ 100, -. Deze wordt nog steeds gebruikt en is het leven doorgegaan als 'de koets met het slingerwiel'.
Daarna zal het Warner Vos geweest zijn die in Nieuwleusen met zijn aanstaande vrouw Lena Massier naar het gemeentehuis werd gereden. De gehele rijvereniging is daar te paard naar toe gegaan en na de rijtoer werden de paarden gestald bij de plaatselijke melkfabriek.
Na de hele avond (en nacht) op de bruiloft te zijn geweest, begon men tegen morgentijd aan de terugreis naar de Wijk. Bij sommigen was het genuttigde van de vorige avond nog niet uitgewerkt; zo liet Albert Prins (hij werd de sputter genoemd) in het Staatsbos zien dat hij ook wel achterstevoren op het paard thuis kon komen.
Grote afstanden werden afgelegd met die koets, naar Kolderveen, Ruinen en met de trouwpartij van Koob Schiphorst-Haalweide en Trijntje Hilbrands moest de koets vervoerd worden naar Stieltjeskanaal.
Elke trouwpartij begon ermee dat het bruidspaar vanaf het huis van de bruid naar het gemeentehuis werd gereden, vandaar meestal naar de kerk en van de kerk naar de plek waar 's avonds het feest werd gegeven. Een feest dat op de terugweg soms een verlenging kreeg met een polonaise in de bus.

Op zo'n bruiloftsfeest werden alle leden van de rijvereniging uitgenodigd. In de loop van de avond werd het cadeau aangeboden, voorafgegaan door het zingen van het clublied. Daarna volgde voor het bruidspaar een spannend moment, als voorzitter Arend Vos het woord nam en het doen en laten van het betreffende lid in zijn toespraak memoreerde. Vos nam geen blad voor de mond, zodat alle mooie maar ook minder mooie gebeurtenissen de bruiloftsgasten ter ore kwamen.
Zo zal Hendrik Warner Hogenkamp erop gewezen zijn, dat wanneer hij naar een feestje van de rijvereniging is geweest en hij z'n vriend Engbert van der Woude netjes bij z'n huis wil laten uitstappen, hij er wel van overtuigd moet zijn dat deze de auto verlaten heeft. De andere morgen op 'de Hogenkamp' was namelijk gebleken dat Engbert nog in de auto lag na te denken over het feest van de vorige avond.
Ook na het voorzitterschap van Arend Vos zijn er gebeurtenissen geweest die misschien niet op de bruiloft genoemd zijn, maar die wel interessant zijn om ze te vermelden.
Zo zal Bertus Vedder na de bruiloft vaak gehoord hebben hoe het toch mogelijk was dat hij was vergeten bloemen voor zijn bruid te kopen. Achteraf bleek dat een bruidsboeket van paardebloemen ook heel leuk was. En Jan Tijmes zal er nog vaak op gewezen zijn: "Jan, als je naar een concours gaat, moet je de kist met je zadel erin niet aan de weg zetten als op die morgen de vuilophaaldienst langs komt. Want dan moet je naar de V.A.M. in Wijster om te kijken of er nog wat te redden valt."
Het getrouwd zijn van een lid was meestal het begin van het einde. Je kwam aan het hoofd te staan van een eigen boerenbedrijf en vanaf dan gingen bij velen de zaken voor het meisje. Toch zullen de meesten die van Viribus Unitis lid zijn geweest, terugkijken op een plezierige en reuze gezellige tijd.

Er is veel veranderd, er is veel gebleven,
maar de liefde voor de paardensport is onveranderd gebleven


Dit nummer kwam tot stand door de drie notulenboeken te raadplegen en door informatie van oud-leden. Ook natuurlijk mijn persoonlijke herinneringen van de periode dat ik lid was van "Viribus Unitis".

*****