Café Wittink v/h Waninge
Wie tegenwoordig in de Wijk komt treft daar niet veel horecagelegenheden aan, dat is wel anders geweest!
Als men in het midden van de vorige eeuw vanuit de richting Meppel het dorp binnenkwam trof men eerst café Hogenkamp aan, dan op de plaats waar nu de Rabobank is gevestigd, café Westenbrink, ook wel bekend onder de naam café "Centraal". Op de plaats waar nu de Coop Codis supermarkt is gevestigd was café Hazelaar en een paar huizen verder, op de hoek Dorpsstraat-Julianaweg, café Wittink. Er zijn meerdere cafés geweest die van een Wittink waren, één de vorige eigenaren van café Westenbrink was een Wittink en aan de wijkbrug was ook een café Wittink.
Ik wil me in dit artikel beperken tot de periode dat Wouda Waninge en Hendrik, roepnaam Hennie, Wittink de uitbaters waren van het café tegenover de molen.
Deze beperking kan eigenlijk niet zonder ook de familie Waninge te noemen, deze naam is onlosmakelijk met dit café verweven, Wouda is een dochter Frens en Rika Waninge.
Frens Waninge en zijn vrouw Rika Westenbrink woonden in het begin van hun huwelijk aan de Julianaweg, in het huis waar nu mevrouw M. Hendriks-Bolling woont. De vader van Frens had hier een boerderijachtige woning. Frens heeft in 1925 op deze plaats een nieuw huis laten bouwen. Om aan de kost te komen had hij de bodedienst van zijn vader, Wouter Waninge, overgenomen. Met paard en wagen en later met de vrachtauto onderhield hij een dagelijkse boodschappendienst op Meppel.
Op de bewuste plaats, Dorpsstraat-Julianaweg bevond zich café Eemten.
Toen het café van Jan Eemten te koop kwam bedacht Frens zich geen moment en kocht dit pand, de overgang van een nieuw huis naar een niet zo nieuw pand was voor de gezinsleden even slikken. Het pand aan de Julianaweg werd verhuurd.
Het café bestond niet alleen uit het pand op de hoek van de Dorpsstraat-Julianaweg maar ook uit een schuur, op de plaats waar eens deze schuur stond is nu een cafétaria gevestigd. In deze schuur bevond zich het sanitaire deel van het café, niet alleen de cafébezoekers moesten daar eventueel gebruik van maken maar ook de bewoners van het café.
Wouda vertelde dat het geen pretje was om in de nacht de straat, de Prof Blinkweg toen nog Nieuwe weg geheten, over te steken om het toilet te gebruiken.
Het was niet de bedoeling van Frens om de bodedienst nu te laten varen, nee met de inzet van de gezinsleden kon zowel de bodedienst als het café gerund worden.
Frens en Rika hadden drie dochters; Gees, Aaltje en Wouda.
Van de drie dochters voelde Wouda zich het meest aangetrokken tot het cafébedrijf, zij voelde zich in het café als een vis in het water.
In de jaren 20 van de vorige eeuw werden overal op het platteland danslessen georganiseerd, dit was ook het geval bij café Waninge. Wekelijks kwam een dansleraar de jeugd de kunst van het dansen bijbrengen. Een bekende naam was Stern, deze had een café/zaal aan de Hoofdstraat in Meppel. Kleinsma, ook een dansleraar kwam zelfs op de fiets uit zijn woonplaats Hoogeveen om dansles in de Wijk te geven.
Toen de jeugd eenmaal dansen kon moest het geleerde ook toegepast worden in de praktijk, overal in cafés werden dansmiddagen en - avonden georganiseerd. Zo ook in café Waninge. Frens had een goed gevoel hoe men met klanten om moest gaan, hij drukte zijn dochters op het hart om nooit te weigeren wanneer zij in zijn café ten dans werden gevraagd. De dansavonden op Pasen en Pinksteren werden druk bezocht.
De dochters trouwden en Frens met Rika bleven met zijn tweeën in het pand achter.
Wouda trouwde in 1936 met Hendrik Wittink, ze vestigden zich aan de Nieuwe weg, in het huis met nummer 10 aan de huidige Prof.Blinkweg.
Hendrik was timmerman en werkte, evenals zijn broers Hilbert en Jannes, bij zijn vader Lefert in de timmermanswerkplaats.
Toen in 1943 Frens Waninge kwam te overlijden was het eigenlijk vanzelfsprekend dat Hendrik en Wouda het café gingen runnen. De bodedienst was inmiddels al overgegaan naar een schoonzoon van Frens, Willem Bolling, die met Aaltje Waninge was getrouwd.
Voor Hennie was de overstap van timmerman naar caféhouder groot maar hij paste zich snel aan.
Op drukke dagen kon het echtpaar wel wat hulp gebruiken, Willem Jonkers uit Koekange hielp als ober in het café en Wouda had twee extra rechterhanden in de personen van Jantje Wassens en Jo Wind, door de kinderen tante Jantje en tante Jo genoemd. Bezoekers van een café zoeken daar een zekere mate van gezelligheid, het gebeurt echter ook wel dat deze gezelligheid omslaat in onenigheid of zelfs slaande ruzie. Je weet het :" Als de drank is in de man….."
Hennie en Wouda hadden wat dat betreft de taken goed verdeeld. Bij dreigende slaande ruzie tussen de cafébezoekers probeerde Hennie de gemoederen te kalmeren door tussen beide te komen. Dacht Hennie evenwel dat een kalmerend praatje genoeg was om erger te voorkomen zei hij tegen Wouda: "Wil jij eens even met die jongens praten".
Veel trouwe cafébezoekers beschouwden café Wittink als hun tweede thuis. Er werd krediet gegeven en als één van de cafébezoekers schoenen nodig had om te dansen waren Wouda en Hennie niet te beroerd om hem een paar schoenen van Hennie te lenen.
Obers die nauw met café Wittink verbonden waren zijn Roelof Klomp en Hendrik Jan Veneman. Bij plotselinge drukte werden deze mensen als het ware soms zo van de weg geplukt.
Het cafébedrijf was een soort continubedrijf, één dag in het jaar was het café gesloten, op 1e Kerstdag.
Jantje en Jo kwamen dan het werk doen en de familie kon zich dan de luxe permitteren van het uitslapen.
De schuur werd voor allerlei doelen gebruikt. Tijdens de Wijker Markt werd er incidenteel vee gestald en de bruidspaartjes die per tilbury, een soort koets, naar het gemeentehuis gingen om aan te tekenen, konden hun paard er stallen.
Na het ritueel op het gemeentehuis werd door het bruidspaar een borrel gedronken in het café, daarna werd het paard weer voor de koets gespannen en ging men naar een manufacturier om 'de uitzet' te kopen.
De voetbalclub Wacker is opgericht in café Wittink, dat is waarschijnlijk ook de reden dat de geschiedenis van Wacker nauw is verbonden met café Wittink.
Als Wacker thuis moest spelen diende de schuur als kleedkamer voor de voetballers van Wacker en de bezoekende club.
De scheidsrechter kreeg een aparte ruimte om zich om te kleden, hij mocht gebruik maken van de slaapkamer van Hennie en Wouda.
Het vorige beroep van Hennie kwam Wacker ook goed van pas, hij timmerde voor de club een grote prijzenkast, deze prijkte prominent aan de wand in het café.
Aan de buitenkant van het pand hing een kastje waarin de opstelling van het elftal bekend werd gemaakt.
Als Wacker 'thuis' moest spelen werd de thee in de pauze verzorgd door Hennie. In de ene hand had hij een grote ketel met thee en in de andere hand een mand met kopjes, zo liep hij naar het voetbalveld.
Na de theepauze nam Hennie een werkpauze door de tweede helft van de wedstrijd vanaf de kant te volgen. Wacker speelde toen op het veld van mevrouw Steenbergen, beter bekend onder de naam Annegien van Luuks.
Het veld bevond zich aan de Dorpsstraat op de plaats waar nu de Willem Koopsweg is. Dit terrein had verder geen faciliteiten vandaar dat men gebruik maakte van café Wittink.
Het theeschenken op het voetbalveld was niet de enige cateringactiviteit.
De consumptievoorziening op het gemeentehuis was ook in handen van café Wittink, er was toen nog geen bode op het gemeentehuis. Een telefoontje naar het café was voldoende om de bestelling op het gemeentehuis op te nemen en deze later op een dienblad naar de overkant te brengen. Dat er ook consumpties in kleine glaasjes op dit dienblad stonden zal misschien geen verbazing wekken.
Wacker is niet de enige vereniging wiens naam met café Wittink verbonden is, Apollo had een repetitieruimte achter de molen en na afloop van de repetitie kwam men nog even napraten in het café en de droge kelen konden eveneens gesmeerd worden. Achter de molen was een repetitie ruimte, later werd een muziektent vóór de molen gebouwd en werd als zodanig gebruikt.
Toen de muziektent werd afgebroken repeteerde Apollo bij toerbeurt in café Wittink en in café Hazelaar.
Toen Hennie in 1963 op 52-jarige leeftijd kwam te overlijden, stond Wouda er alleen voor, haar kinderen hielpen haar waar dat maar kon.
Toen haar zoon Frens trouwde met, wat een toeval maar geen directe familie, Hendrikje Waninge verzorgde het jonge paar de exploitatie.
Wouda trok zich na enige tijd terug in de woning, naast die waar ze ook in het begin van haar huwelijk had gewoond.
Toen Frens en Hendrikje het cafébedrijf na verloop van tijd verlieten werd de exploitatie door Roelof en Jentje Klomp overgenomen.
Toen ook de familie Klomp stopte kwam er een eind aan café Wittink.
Daarmee kwam een eind aan een periode waarin café Wittink een ontmoetings- en ontspanningsplaats was voor velen, op een markante plaats in de Wijk.
Met dank aan mevrouw W.Wittink-Waninge