De geschiedenis van een tramlijn (2)
door Jenny Roze
Deel 2: De feestelijke opening van de lijn en ... ondergang
De opening van de lijn
Op 14 februari 1908 was het dan zover: De lijn werd geopend. Feest in de dorpen en gehuchten die langs het traject lagen. Om 12.45 vertrok de eerste tram uit Meppel met aan boord alleen prominente genodigden. Zowel de jeugd als de volwassenen uit de Wijk stonden in het begin van de middag reikhalzend uit te kijken. Toen de tram in zicht kwam, zette muziekkorps Apollo 'Wien Neerlands Bloed' in. De tram stoomde op tot voor café Hogenkamp, waar ze onder een ereboog doorreed met het opschrift 'Welkom in de gemeente de Wijk'. Hier werd ze omstuwd door de menigte. De genodigden stegen uit en werden toegesproken door de heer Oosting, voorzitter van de Wijker feestcommissie. Hij sprak zijn vreugde uit over de komst van de tram, "die een nieuw tijdperk vormt in de geschiedenis van ons dorp, het in verbinding brengt met het wereldverkeer." De genodigden werden daarna toegezongen door de zangvereniging Crescendo. Als eerste zong het koor 'Het Stoompaard', een lied dat Geert Broekhuizen speciaal voor deze gelegenheid had geschreven. Begeleid door de klanken van Apollo en door een grote menigte reed de tram door het versierde dorp naar het schoolplein. De schoolkinderen brachten ook een speciaal gecomponeerd lied ten gehore. De eerste regels waren:
De belangstelling was ook hier weer enorm. De stoet begeleidde de tram tot de boerderij van de familie Ten Wolde (nu Commissieweg 7) en keerde daar, terwijl de tram haar feestelijke rit naar Balkbrug vervolgde. Het was een dag om nooit te vergeten en zo zal het in de andere aanliggende dorpen ook wel ervaren zijn.
Eerste dienst
Op 15 februari 1908 werd de dienst begonnen met zes ritten per dag in beide richtingen. In het voorjaar begon het vervoer goed op gang te komen. Op de eerste mooie zondag was er een enorme toestroom van passagiers. De prachtige omgeving was toen reeds een trekpleister voor recreatie. Toen het nieuwtje eraf was, minderde het vervoer wel iets, hoewel het recreatieve verkeer naar de Wijk en Balkbrug altijd is gebleven. Een enkele reis kostte in de beginperiode 50 cent voor de 1e klasse en 32½ cent voor de 2e klasse.
Ontsporingen en ongelukken
Zoals bij elk trambedrijf kwamen ook bij MB wel eens ontsporingen voor. Over het algemeen liep het goed af. De eerste ontsporing gebeurde op 6 mei 1908. De eerste tram uit Meppel reed bij Avereest in op loslopend vee, waardoor hij naast de rails kwam te staan:
Ook gebeurde het nogal eens dat een tram ontspoorde doordat er iets op de rails lag. Met een speciaal ontworpen wagen kon de locomotief weer op de rails gezet worden. Bij de wagens gebeurde dit meestal met mankracht en primitieve middelen. Volgens de Meppeler Courant kwam op 7 november 1910 een man in de Wijk om het leven toen hij door een tram werd gegrepen. Op 18 maart 1931 gebeurde er ook een ernstig ongeluk, maar hierbij vielen geen slachtoffers. Bij Groot-Oever, de plaats waar de tram de weg naar IJhorst kruiste (vlakbij de brug over de Reest) naderde 's morgens om half acht de tram naar Meppel. De bestuurder van een vrachtauto met varkens uit Hardenberg zag de naderende tram te laat, zodat een botsing onvermijdelijk was. Er ontstond een enorme ravage en enkele varkens overleefden het ongeluk niet.
Zandvervoer
In 1911 vervoerde men voor de gemeente Meppel 5225 m3 zand, waarvoor tussen de haltes Bloemberg en de Stapel een zijspoor werd aangelegd naar de winplaats van dat zand.
Nog veel omvangrijker was echter het zandvervoer dat in 1916 begon. In Meppel was namelijk besloten een groot park aan te leggen tussen de Stationsweg en de Reest. (Dat zou het huidige Wilhelminapark worden.) De gemeente Meppel had hiervoor 60000 m3 zand aangekocht, dat moest worden vervoerd van de Stapel en de Wijk naar het aan te leggen park. Later werd er nog eens 32000 m3 bijgekocht. Voor dit transport werden ook weer hulpsporen naar de zandwinplaatsen aangelegd. Het vervoer heeft enige jaren in beslag genomen. Er werd vaak 3 tot 4 keer per dag gereden. Het beladen van de zandwagens geschiedde geheel met handkracht. Voor de "werkers met de schop" werd in de eerste en laatste tram een personenrijtuig meegevoerd, dat 's avonds doorging naar Balkbrug. In dit rijtuig kon dan ook nog een bepaald aantal reizigers mee: alléén abonnementhouders (hoofdzakelijk scholieren). De conducteur kreeg wel eens verschil van mening met andere passagiers die mee wilden. Hij was echter onverbiddelijk. Zij mochten er niet in. Het verhaal deed de ronde dat hij op een keer de burgemeester van de Wijk had laten staan, die daarop prompt een klacht indiende bij de directie.
Leuke anekdotes
Via de familie Van Bezoen uit IJhorst, kwam ik in contact met de nu 90-jarige heer Wiebe Veenbaas. Hij reisde twee winters met de tram Balkbrug-Meppel mee naar de Landbouw Winterschool in Meppel. Hij woonde toentertijd bij het Ommerkanaal. Daar stapte hij met enkele medescholieren op de tram uit Dedemsvaart en stapte in Balkbrug over op de tram naar Meppel. Er gingen ook veel jongens mee die naar de Ambachtsschool gingen. 's Zomers gingen die vaak op de fiets, want dat ging soms sneller dan met de tram. De heer Veenbaas kan nog veel leuke anekdotes over de "tramtijd" vertellen. Een ervan is de volgende: "Het kwam wel eens voor dat kwajongens streken uithaalden. Ze gingen dan achter op de buffer zitten, wat natuurlijk erg gevaarlijk was. Wanneer de conducteur dit ontdekte, dan blies hij op zijn fluit en zette de machinist de tram stil. De conducteur onderhield zich dan met de jongens en belette hen verder met de tram mee te rijden. Dit gebeurde ook eens ter hoogte van de woning van Uiterwijk in de Stapel. Er werd weer een jongen uit de tram gezet. Wij van de Landbouw Winterschool hadden zelf een fluitje aangeschaft en toen de conducteur met de jongen buiten stond te praten, blies een van ons op de fluit. De machinist zette de tram weer in beweging en reed weg, de conducteur verbouwereerd achterlatend. Toen er bij halte Poortman niet gefloten werd door de conducteur, kreeg de machinist argwaan en bracht de tram tot stilstand. Toen hij poolshoogte ging nemen, kwam hij erachter dat de conducteur nog in 't veld stond. Hem is nooit duidelijk geworden dat een van ons gefloten had, maar hij heeft het waarschijnlijk wel gedacht". Zo vertelde de heer Veenbaas nog veel meer van dit soort verhalen. Schitterend om te horen. En het is ook van historisch belang dat ze bewaard blijven!
Marktvervoer
Het drukste vervoer was op marktdagen. Er werden dan speciale markttrams ingezet. Na de Eerste Wereldoorlog was dit meestal niet meer het geval. Men loste het dan op door op marktdagen een tram bijvoorbeeld een kwartier eerder te laten vertrekken. Dit werd aangegeven in de dienstregeling.
De ondergang
Totdat de opkomst van de auto, de autobus en de vrachtauto doorzette, vervoerde de tram mensen en goederen. Vooral de concurrentie van de laatste twee zou zich al in de jaren twintig doen voelen. Een lang leven was de tram dan ook niet beschoren. Al in 1934 zou op de lijn het personenvervoer worden gestaakt en op 10 mei 1939 reed de laatste goederentram van Balkbrug naar Meppel en terug, waarna bijna direct met het opbreken van het spoor werd begonnen. In september was ook dit stukje romantiek verleden tijd.
Dat de wagenbakken van degelijke makelij waren blijkt wel uit het feit dat nog vele jaren later deze te vinden waren bij boerderijen, waar ze dienst deden als schuurtje of als onderkomen voor het vee.
Een speciaal woord van dank gaat uit naar de heer Wiebe Veenbaas en de heer en mevrouw Van Bezoen uit IJhorst
Op 14 februari 1908 was het dan zover: De lijn werd geopend. Feest in de dorpen en gehuchten die langs het traject lagen. Om 12.45 vertrok de eerste tram uit Meppel met aan boord alleen prominente genodigden. Zowel de jeugd als de volwassenen uit de Wijk stonden in het begin van de middag reikhalzend uit te kijken. Toen de tram in zicht kwam, zette muziekkorps Apollo 'Wien Neerlands Bloed' in. De tram stoomde op tot voor café Hogenkamp, waar ze onder een ereboog doorreed met het opschrift 'Welkom in de gemeente de Wijk'. Hier werd ze omstuwd door de menigte. De genodigden stegen uit en werden toegesproken door de heer Oosting, voorzitter van de Wijker feestcommissie. Hij sprak zijn vreugde uit over de komst van de tram, "die een nieuw tijdperk vormt in de geschiedenis van ons dorp, het in verbinding brengt met het wereldverkeer." De genodigden werden daarna toegezongen door de zangvereniging Crescendo. Als eerste zong het koor 'Het Stoompaard', een lied dat Geert Broekhuizen speciaal voor deze gelegenheid had geschreven. Begeleid door de klanken van Apollo en door een grote menigte reed de tram door het versierde dorp naar het schoolplein. De schoolkinderen brachten ook een speciaal gecomponeerd lied ten gehore. De eerste regels waren:
De tram is klaar, de tram is klaar!
Zoo jubelt onze mond
Gezegend zij het Nieuwe jaar,
Dat ons aan 't spoor verbond.
Daarna stoomde de tram naar het gemeentehuis. Hier werden de genodigden onder het genot van een hapje en een drankje toegesproken door burgemeester Cavaljé. Vervolgens stond er nog een optocht op het programma, met voorop Apollo, gevolgd door enkele jongelui te paard, getooid met sjerp en witte broek, daarna negen versierde wagens en tenslotte rijtuigen met daarin de leden van de feestcommissie.Zoo jubelt onze mond
Gezegend zij het Nieuwe jaar,
Dat ons aan 't spoor verbond.
De belangstelling was ook hier weer enorm. De stoet begeleidde de tram tot de boerderij van de familie Ten Wolde (nu Commissieweg 7) en keerde daar, terwijl de tram haar feestelijke rit naar Balkbrug vervolgde. Het was een dag om nooit te vergeten en zo zal het in de andere aanliggende dorpen ook wel ervaren zijn.
Eerste dienst
Op 15 februari 1908 werd de dienst begonnen met zes ritten per dag in beide richtingen. In het voorjaar begon het vervoer goed op gang te komen. Op de eerste mooie zondag was er een enorme toestroom van passagiers. De prachtige omgeving was toen reeds een trekpleister voor recreatie. Toen het nieuwtje eraf was, minderde het vervoer wel iets, hoewel het recreatieve verkeer naar de Wijk en Balkbrug altijd is gebleven. Een enkele reis kostte in de beginperiode 50 cent voor de 1e klasse en 32½ cent voor de 2e klasse.
Ontsporingen en ongelukken
Zoals bij elk trambedrijf kwamen ook bij MB wel eens ontsporingen voor. Over het algemeen liep het goed af. De eerste ontsporing gebeurde op 6 mei 1908. De eerste tram uit Meppel reed bij Avereest in op loslopend vee, waardoor hij naast de rails kwam te staan:
Ook gebeurde het nogal eens dat een tram ontspoorde doordat er iets op de rails lag. Met een speciaal ontworpen wagen kon de locomotief weer op de rails gezet worden. Bij de wagens gebeurde dit meestal met mankracht en primitieve middelen. Volgens de Meppeler Courant kwam op 7 november 1910 een man in de Wijk om het leven toen hij door een tram werd gegrepen. Op 18 maart 1931 gebeurde er ook een ernstig ongeluk, maar hierbij vielen geen slachtoffers. Bij Groot-Oever, de plaats waar de tram de weg naar IJhorst kruiste (vlakbij de brug over de Reest) naderde 's morgens om half acht de tram naar Meppel. De bestuurder van een vrachtauto met varkens uit Hardenberg zag de naderende tram te laat, zodat een botsing onvermijdelijk was. Er ontstond een enorme ravage en enkele varkens overleefden het ongeluk niet.
Zandvervoer
In 1911 vervoerde men voor de gemeente Meppel 5225 m3 zand, waarvoor tussen de haltes Bloemberg en de Stapel een zijspoor werd aangelegd naar de winplaats van dat zand.
Nog veel omvangrijker was echter het zandvervoer dat in 1916 begon. In Meppel was namelijk besloten een groot park aan te leggen tussen de Stationsweg en de Reest. (Dat zou het huidige Wilhelminapark worden.) De gemeente Meppel had hiervoor 60000 m3 zand aangekocht, dat moest worden vervoerd van de Stapel en de Wijk naar het aan te leggen park. Later werd er nog eens 32000 m3 bijgekocht. Voor dit transport werden ook weer hulpsporen naar de zandwinplaatsen aangelegd. Het vervoer heeft enige jaren in beslag genomen. Er werd vaak 3 tot 4 keer per dag gereden. Het beladen van de zandwagens geschiedde geheel met handkracht. Voor de "werkers met de schop" werd in de eerste en laatste tram een personenrijtuig meegevoerd, dat 's avonds doorging naar Balkbrug. In dit rijtuig kon dan ook nog een bepaald aantal reizigers mee: alléén abonnementhouders (hoofdzakelijk scholieren). De conducteur kreeg wel eens verschil van mening met andere passagiers die mee wilden. Hij was echter onverbiddelijk. Zij mochten er niet in. Het verhaal deed de ronde dat hij op een keer de burgemeester van de Wijk had laten staan, die daarop prompt een klacht indiende bij de directie.
Leuke anekdotes
Via de familie Van Bezoen uit IJhorst, kwam ik in contact met de nu 90-jarige heer Wiebe Veenbaas. Hij reisde twee winters met de tram Balkbrug-Meppel mee naar de Landbouw Winterschool in Meppel. Hij woonde toentertijd bij het Ommerkanaal. Daar stapte hij met enkele medescholieren op de tram uit Dedemsvaart en stapte in Balkbrug over op de tram naar Meppel. Er gingen ook veel jongens mee die naar de Ambachtsschool gingen. 's Zomers gingen die vaak op de fiets, want dat ging soms sneller dan met de tram. De heer Veenbaas kan nog veel leuke anekdotes over de "tramtijd" vertellen. Een ervan is de volgende: "Het kwam wel eens voor dat kwajongens streken uithaalden. Ze gingen dan achter op de buffer zitten, wat natuurlijk erg gevaarlijk was. Wanneer de conducteur dit ontdekte, dan blies hij op zijn fluit en zette de machinist de tram stil. De conducteur onderhield zich dan met de jongens en belette hen verder met de tram mee te rijden. Dit gebeurde ook eens ter hoogte van de woning van Uiterwijk in de Stapel. Er werd weer een jongen uit de tram gezet. Wij van de Landbouw Winterschool hadden zelf een fluitje aangeschaft en toen de conducteur met de jongen buiten stond te praten, blies een van ons op de fluit. De machinist zette de tram weer in beweging en reed weg, de conducteur verbouwereerd achterlatend. Toen er bij halte Poortman niet gefloten werd door de conducteur, kreeg de machinist argwaan en bracht de tram tot stilstand. Toen hij poolshoogte ging nemen, kwam hij erachter dat de conducteur nog in 't veld stond. Hem is nooit duidelijk geworden dat een van ons gefloten had, maar hij heeft het waarschijnlijk wel gedacht". Zo vertelde de heer Veenbaas nog veel meer van dit soort verhalen. Schitterend om te horen. En het is ook van historisch belang dat ze bewaard blijven!
Marktvervoer
Het drukste vervoer was op marktdagen. Er werden dan speciale markttrams ingezet. Na de Eerste Wereldoorlog was dit meestal niet meer het geval. Men loste het dan op door op marktdagen een tram bijvoorbeeld een kwartier eerder te laten vertrekken. Dit werd aangegeven in de dienstregeling.
De ondergang
Totdat de opkomst van de auto, de autobus en de vrachtauto doorzette, vervoerde de tram mensen en goederen. Vooral de concurrentie van de laatste twee zou zich al in de jaren twintig doen voelen. Een lang leven was de tram dan ook niet beschoren. Al in 1934 zou op de lijn het personenvervoer worden gestaakt en op 10 mei 1939 reed de laatste goederentram van Balkbrug naar Meppel en terug, waarna bijna direct met het opbreken van het spoor werd begonnen. In september was ook dit stukje romantiek verleden tijd.
Dat de wagenbakken van degelijke makelij waren blijkt wel uit het feit dat nog vele jaren later deze te vinden waren bij boerderijen, waar ze dienst deden als schuurtje of als onderkomen voor het vee.
Een speciaal woord van dank gaat uit naar de heer Wiebe Veenbaas en de heer en mevrouw Van Bezoen uit IJhorst
Aangehaalde bronnen:
Meppeler Courant
Van Stoomtram tot DVM - A.E. van Bergen & H. Zandbergen
Stapel Nieuwsbulletin - artikel J. Huizing
Tweestromenland - red. H. Gras