Drie geslachten
Het klinkt als de titel van een streekroman.
Als alle belevenissen van de betrokken personen
worden opgeschreven wordt het vast wel een
lijvig verhaal. Maar dat is hier niet de bedoeling.
door Wim Smit
Het gaat wel over drie geslachten, die hetzelfde beroep uitoefenden. Maar het is hier een opvolging in vrouwelijke lijn. Alle drie waren de vrouw van een caféhouder, zeg maar de "waardin".
Het begon in 1936. Toen nam Hendrik Veld, samen met zijn vrouw Roelofje Slagter, het café in Koekange, bij 't spoor, over van Roelof Wichers.
Hendrik Veld werd geboren in Ruinen. Hij trouwde met Roelofje Slagter uit Ansen. Zij veranderden geregeld van 'stee'. In die tijd was dat voor een huurboer niet ongewoon. Ze begonnen in Ruinerwold. Hier werd hun dochter Fem geboren. Daarna Havelte, waar Jan werd geboren, en toen Armweide; hier zagen Albert en Riek het levenslicht. In Wanneperveen geen geboorte maar daarna in Balkbrug weer wel; hier werd Roelie geboren.
In 1936 werd dus het "Stationskoffiehuis" overgenomen. Het pand was eigendom van de belangrijkste leverancier, de Fa. Ter Heide uit Meppel.Overdag was Roelofje (Roeffie) de gastvrouw. Hendrik verdiende zijn kost o.a als vertegenwoordiger van de "Drentex". Het ontvangen en weer afleveren van varkens was zijn taak. Daarnaast was hij belast met de afgifte van allerlei formulieren die nodig waren voor het vervoer van vee zoals TBC- en vervoersbewijzen. Ook leverde hij suiker aan de leden van de vereniging van bijenhouders.
Het cafébezoek bestond overdag uit de komende en gaande man. En 's avonds de vergaderingen van diverse verenigingen. De zangvereniging 'de Klimroos' o.l.v. de heer Scholten had hier zijn vaste stek.
Het café had twee zalen, een zogeheten grote en een kleine zaal. Bij een uitvoering werd de kleine zaal omgetoverd tot toneel en werden de slaapkamers boven als kleedkamer gebruikt. Het loodzware biljart werd in de voorkamer geplaatst. Voor dit karwei werd meestal even gewacht tot er bij kapper Stoffer voldoende mankracht aanwezig was. Die werd dan uitgenodigd en voor een borrel de man werd de klus geklaard. Ook als er een danspartij werd georganiseerd, werd de zaal op deze manier klaargemaakt.
Het pand had twee voordeuren; de ene gaf toegang tot het café en de andere tot het woongedeelte. Deze laatste werd echter nooit gebruikt en werd vervangen door een automatiek. Hier waren alleen niet-verwarmde snacks te halen.
De kinderen
Jan ging na zijn schooltijd werken als bakkersknecht. In 1947 nam hij de kruidenierswinkel annex bakkerij, aan de Ruinerweg, over van Albert Beugeling. Het werd de bekende Sparwinkel. Toen hij de kans had om in Balkbrug een grotere zaak over te nemen, greep hij die. De winkel aan de Ruinerweg werd overgenomen door Egbert Wanders. Jan overleed in 1995.Albert ging dezelfde richting uit. Zijn eerste eigen winkel was aan de Bloemberg. Later vertrok hij naar Vroomshoop.
Riek trok met haar man naar Eindhoven; zij overleed in 1965.
Roelie ging naar het Twentse land en vond haar stekkie in Delden; hier overleed ze in 2002.
De tweede generatie
Bij het lezen van het bovenstaande zal de aandachtige lezer zich afvragen: En waar blijft Fem dan?Welnu, Fem nam in 1952 samen met haar man Jans Vriend de zaak van haar ouders over.
Jans werd geboren in wat nu het perceel Prinsesseweg 46 is. Zijn moeder Margje Stokvis had daar een winkeltje en zijn vader Jan Vriend was varkenshandelaar.
Na zijn schooltijd ging hij aan het werk; voor één gulden per dag en de kost toe, dan mocht je niet mopperen.Toen hij 16 jaar was, overleed zijn vader. Toen moest hij de varkenshandel voortzetten als vertegenwoordiger van de "varkenscentrale". De varkens moesten afgeleverd worden o.a. bij slachterijen in Meppel. Zijn buurman Arend Stoffer zorgde met zijn T-Ford voor het vervoer.
Zo rolde hij in zijn latere baan in het veevervoer: chauffeur bij Jan Drost. Het waren lange dagen. 's Morgens vroeg op pad. Het vee halen bij de boeren en zorgen op tijd op de markt te zijn. Utrecht (paarden), Groningen, 's Hertogenbosch, Hoogeveen, Zwolle, Leeuwarden waren zo de plaatsen die wekelijks werden bezocht. Maar ook de jaarmarkten in Zuidlaren, Roden, Norg, Bemmel, Elst, Oudeschoot en Hedel waren bekend terrein.
Na de oorlog werd er o.a.gereden met een leger-GMC. Later kwamen de trailers met dubbele cabine; want ook de handelaren en boeren, die hun vee naar de markt lieten brengen, moesten mee. Eigen vervoer was er niet.
Maximaal 8 man mochten er zo worden meegenomen. Het waren er wel eens meer. Bij controle moesten dan een paar man uitstappen en die moesten dan maar zien hoe ze verder kwamen. Rijtijdencontrole was er natuurlijk ook. De chauffeur moest zijn rijtijden bijhouden in een boekje, dat veelzeggend "het leugenboekje" werd genoemd.
Maar de wagens werden ook gebruikt voor personenvervoer, zoals schoolreisjes, of om emigranten naar Rotterdam te brengen, waar zij op de boot stapten. Hij trouwde met Fem Veld. Ze gingen wonen aan de Prinsesseweg en kregen daar twee kinderen, Jan en Roelie.
Zoals boven al opgemerkt namen ze in 1952 het café van hun ouders over. Hendrik en Roelofje trokken naar de Smeengestraat, waar Hendrik zijn werkzaamheden voortzette.
Het combineren van het werk als chauffeur met dat als kastelein was bijna niet te doen. Als chauffeur 's morgens vroeg op pad en als kastelein vaak 's avonds laat bezig, al waren er voorgeschreven sluitingtijden (10 uur 's avonds) die door de politie streng gecontroleerd werden. Al spoedig werd dan ook besloten om part-time te gaan rijden. Na een paar jaar werd uitbreiding van het café overwogen. Maar de vele plannen die werden bedacht, werden door de overheid afgewezen. En toen er eindelijk een goedgekeurd plan was, kondigde de overheid een bouwstop af voor verbouwingen boven de 10.000 gulden.
Toen ze dan ook in 1956 de kans kregen om het café van Tieme Jonkers over te nemen, grepen ze die met beide handen aan.
Het café bij 't spoor, dat inmiddels in familiebezit was gekomen, werd verkocht aan Adam Kuiper; hij zou daar later zijn winkel vestigen.
Weg bij 't spoor
Na de verkassing werd de chauffeursbaan opgezegd. Het kastelein zijn werd een volle dagtaak. Veel verenigingen hadden hier hun basis. En de grote zaal leende zich uitstekend voor uitvoeringen, bruiloften, dansavonden, enz.Derde generatie
In 1978 werden de bakens enigszins verzet. Hun dochter Roelie nam samen met haar man Harm Luning, uit Ruinen, een deel van de taken over.Jans en Fem lieten een woning zetten achter de zaak (op de grond van het oude korfbalstadion). Samen runden ze de zaak tot 1983. Toen trokken de ouders zich helemaal terug.
Vanaf 1983 was dus de derde generatie aan de beurt. Helaas moest die al na vijf jaar, om gezondheidsredenen, de zaak van de hand doen.
Bij de samenstelling van dit artikel heb ik dankbaar gebruik gemaakt van het geheugen en de gastvrijheid van Fem en Jans Vriend.