't Schot en de familie Van Schot
door Louis Timans
Inleiding
Het is waar dat 't Schot buiten het onmiddellijke interessegebied van de Historische Vereniging De Wijk-Koekange ligt, maar de geschiedenis van vele Wijker en IJhorster families is dermate verweven dat een bijdrage als deze in mijn ogen zeker van pas komt in 't Olde Karspel. IJhorsters ("Rieversters") en Wijkers ("Wiekers") delen tenslotte dezelfde kerk en daar ontmoetten ze, zéker vroeger, elkaar veelvuldig, met alle gevolgen vandien voor het ontstaan van familiebanden.
Voor mij als, graag fietsende, import-Wieker geldt bovendien dat ik IJhorst en de Wijk eigenlijk als een en hetzelfde gebied ervaar. Zo hebben de Wijk en IJhorst landschappelijk meer overeenkomsten dan de Wijk en Koekange; iets dergelijks merk ik ook inzake het kerkelijk- en het verenigingsleven, vanzelfsprekend in zoverre ik daar deel aan heb.
De ligging
De huidige Schotsweg vormt ongeveer de hoogte (de "haar") die van Halfweg richting Balkbrug/Avereest loopt, westelijk langs het Vledder (of de Vledders), het uitgestrekte laagland dat aan de oostzijde wordt begrensd door de Van Wijngaardenstraat, zuidelijk door de Staatsbossen en noordelijk door de Heerenweg.
Het Vledder stond vroeger 's winters veelal onder water. De Streitenvaart (kruist de Heerenweg tussen de boerderijen de Nimberg en ter Haar) zorgt voor de afwatering van het Vledder en een deel van het IJhorsterveld; de Bomertswijk (kruist dezelfde weg in de buurt van de aansluiting met de Veldhuisweg) bedient het Westinghuizingerveld en de rest van het IJhorsterveld. In het recente verleden heeft men geprobeerd het Vledder vrij te houden van "gebiedsvreemd" water, door het IJhorsterveld in zijn geheel af te wateren langs de Bomertsvaart, maar dat bleek voor wat betreft het oostelijke gedeelte daarvan, min of meer parallel aan de Van Wijngaardenstraat, voor de boeren aanzienlijke problemen op te leveren. De oude situatie is daarom, althans voorlopig, hersteld.
Het ontstaan van naam en buurtschap
De naam 't Schot wordt voor het eerst genoemd in stukken die dateren van 1602. Het betreft daarin gronden die vielen onder de erven (d.w.z. boerderijen) Ter Haar, De Nimberg (ook wel den Imberg genoemd) en, misschien ook, aan Beugelen. Deze erven werden bewoond door zogenaamde meiers, pachters van het klooster Dickninge. Op die gronden, die vermeld stonden als Convents Schot Erf en Schaaps Schots Erf, was turf gewonnen. Beide namen doen vermoeden dat ooit het klooster (convent) Dickninge op die plek een schaapskooi had. Rond 1850 werden de gronden in eigendom gegeven aan een familie die zich later Van 't Schot of Op 't Schot ging noemen. (Overigens is er al in 1649 sprake van Werner Roelofs op 't Schot, maar in die voor-napoleontische tijden fungeerde "op 't Schot" nog niet als familienaam, maar slechts als plaatsaanduiding.) Er kwamen 4 boerderijen achter elkaar, die allemaal werden betrokken door Van 't Schotten. Later verdween de 't uit de familienaam; in de schrijfwijze tenminste, in de uitspraak meen ik vaak de 't nog te horen. In de ontwikkeling van familienamen komt dit verschijnsel veelvuldig voor: teruggeredeneerd heette menigeen die tegenwoordig b.v. Haar heet, oorspronkelijk "van/op 't Haar"; zo ook was Inberg of Nimberg eertijds vaak "van/op de(n) Imberg". Op het ogenblik komt aan de Schotsweg de naam Van Schot niet meer voor. De laatste Van Schot die een boerderij op 't Schot bewoonde was Jan. Hij kreeg weliswaar 2 kinderen, maar dat waren dochters en daarom was het na Jans overlijden, in 1955, gedaan met de naam Van Schot op 't Schot…
In dezelfde tijd woonde zijn neef Frens van Schot met vrouw en 4 dochters op Halfweg. En dat is van belang voor het nu volgende hoofdstuk.
't Schot en de Nimberg
Hier en daar leeft de gedachte dat ook de boerderij De Nimberg / Den Imberg, die met de voorkant naar de Heerenweg en de Reest uitkijkt en wordt bewoond door de familie Roorda, tot de boerderijen van 't Schot behoort. Weliswaar is deze boerderij door de geschiedenis van de bewoners met 't Schot verbonden, maar de hoeve is ouder. De kiem van de verwantschap van de bewoners van De Nimberg met die van 't Schot werd gelegd in 1859 toen Warner van Schot uit Veeningen zich met zijn vrouw Geesje Inberg vestigde op de boerderij die zijn schoonouders bezaten op Halfweg. Ze kregen een zoon, Frens. Moeder Geesje overleed in 1861, slechts 25 jaar oud. Frens was toen nog maar 2 jaar. Toen hij een jaar of 6 was, rond 1865 dus, werden zijn vader en hij door vererving eigenaren van De Nimberg en raakte de naam Van Schot met De Nimberg verbonden. Het zou echter nog ruim 70 jaar duren eer een Van Schot de boerderij zou gaan betrekken. (Dat gebeurde toen overigens in de vrouwelijke lijn, waardoor de familienaam Van Schot niet naambepalend werd op De Nimberg. Het was immers de naam van de man die op het gezin overging.) Al die tussenliggende jaren werd de boerderij verhuurd. Hoe verliepen voor de familie Van Schot die pakweg 70 jaren dat ze de boerderij weliswaar bezaten, maar niet daadwerkelijk bewoonden? Als het verhaal tot hier al niet ingewikkeld was, dan wordt het dat nu zéker. Dat komt door de veelvuldige sterfte in de families van die tijd waardoor hertrouwen en dus het hebben van kinderen uit meer dan een huwelijk heel gebruikelijk was.
Keren we terug naar 1865 of daaromtrent, toen genoemde Warner Van Schot, weduwnaar van Geesje Inberg, en zijn zoontje Frens de Nimberg erfden. Warner hertrouwde, in 1865, met Grietje Rumpt. Van haar kreeg hij 2 dochters en een zoon, die óók de naam Frens kreeg. Een tijdlang waren er dus in dat gezin 2 kinderen die Frens heetten. Men kan zich afvragen hoe Warner en Grietje de jongens hebben onderscheiden; het kan iets geweest zijn als "oude" en "jonge" Frens (Frens 1 en Frens 2 zal in boerenkringen wellicht ook toen wat vreemd hebben geklonken…). Warners tweede huwelijk was ook geen lang leven beschoren: slechts 9 jaar, want Grietje overleed in 1874, haar man achterlatend met een Frens uit elk van zijn huwelijken. "Oude" Frens werd niet oud; hij overleed op 22-jarige leeftijd. Dat was in 1881. Frens' eigendomsdeel in De Nimberg viel toen toe aan zijn vader, die daarmee de enige eigenaar werd. Bij de dood van "oude" Frens bleef Warner achter met de toen 4-jarige "jonge" Frens. Het moet bitter voor hem zijn geweest te constateren dat de geschiedenis zich in zekere zin had herhaald: 20 jaar daarvoor had hij zich in dezelfde situatie bevonden! Gelukkig bleef hem bespaard dat hij ook "jonge" Frens overleefde. In 1899 maakte hij mee dat die in het huwelijk trad met Annigje Steenbergen uit de Wijk en in de jaren daarop mocht hij ook de geboorte van 3 kleindochters, Grietje, Jantje en Geesje, in dat gezin begroeten. Dat is bijna letterlijk op te vatten, want hij woonde er naast, nog altijd op Halfweg. Er werd nog een 4e dochter geboren, Lumien, in 1912, maar toen was Warner er niet meer. Hij was overleden in juli 1908, op 79-jarige leeftijd. Bij zijn dood werd De Nimberg van Frens, maar net als zijn vader bleef ook hij in de boerderij op Halfweg wonen en verhuurde De Nimberg, achtereenvolgens aan de families Dekker en Koster. Dat duurde tot 1938. In dat jaar werd de boerderij betrokken door zijn jongste dochter, Lumien, die 2 jaar daarvoor was getrouwd met Wessel Steenbergen. Vader Frens van Schot, "jonge Frens" of "Frens van Grietje", overleed in 1952. Tegenwoordig wordt De Nimberg bewoond door de jongste van de 2 dochters van Wessel en Lumien, Anneke Roorda-Steenbergen, samen met haar man Jaap. De andere dochter, Bettie, is naar Utrecht getrokken en woont tegenwoordig in Zeist, terwijl moeder Lumien, sinds 1969 weduwe van Wessel, in het zorgcentrum in de Wijk verblijft.
Interessant in de relatie tussen De Nimberg en Halfweg is voorts de omstandigheid dat de oudste van de genoemde vier zussen Van Schot, dochters van "jonge" Frens, Grietje, trouwde met Arend Stapel en zich met hem weer vestigde op Halfweg, in de boerderij van haar grootvader Warner. Naar het heden toe is vermeldenswaard dat Arend en Grietje de ouders zijn van makelaar Stapel en van Greetje Huisjes-Stapel, van het landbouwmechanisatiebedrijf. Beiden zijn daar ook geboren en getogen, evenals hun 3 broers en 2 zussen. De tweede zus van Grietje en Lumien van Schot, Jantje, trouwde met Lucas Lubberink. Zij hebben gewoond op de Eemten, in het huis dat zeer onlangs is opgeknapt en de naam "d' Olde Eemten" heeft gekregen. De derde zus, Geesje, trouwde met Jan Engbert Lommerts, van de Lankhorst.
Ik hoop dat het verhaal van 't Schot en de Van Schotten ondanks alle verwikkelingen enigszins duidelijk is geworden. In ieder geval heeft het schrijven ervan ertoe bijgedragen dat mijn fietstochtjes in dat prachtige gebied aan diepte hebben gewonnen.
Voor de totstandkoming van dit artikel heb ik veel te danken gehad aan de heren Bertus Luten en Roelof Bakker. Bovendien is de Webring Reestdal van groot nut geweest.
In het vorige nummer (5e jaargang - nummer 3) schreef ik bovengenoemd verhaal over 't Schot en de familie Van Schot. Het nummer was nauwelijks uit of ik kreeg al telefonisch de eerste reactie. Mevr. Hogen-Esch uit de Stapel meldde mij dat het artikel interessant was, maar wel een onjuistheid bevatte: in de voorlaatste alinea schreef ik dat Arend Stapel en Grietje van Schot de ouders zijn van de huidige makelaar Arend Stapel en Greetje Huisjes-Stapel en hun 3 broers en 2 zussen. Ik had "groot-" moeten zetten voor "ouders", dan was het juist geweest. Helemaal volledig wordt het pas wanneer ik ook de ontbrekende schakel aanbreng: Arend Stapel en Grietje van Schot kregen 2 zonen, Willem en Frens. Willem trouwde met Bet Hendriks uit Koekange en uit dat huwelijk werden genoemde kinderen geboren. Frens trouwde met Trijn ter Haar; ze wonen in Havelte.
Daarnaast wees Popko de Jonge me er tijdens de redactievergadering op dat ik het in het hoofdstukje over de ligging van 't Schot heb over het Westinghuizingerveld, maar dat die naam niet klopt. Het moet Westerhuizingerveld zijn, naar de buurtschap Den Westerhuis natuurlijk. Waarschijnlijk ben ik in mijn waarneming van de klank beïnvloed door de firma Westinghouse. Die heeft in het Westerhuizingerveld echter niets te zoeken.
Louis Timans
Het is waar dat 't Schot buiten het onmiddellijke interessegebied van de Historische Vereniging De Wijk-Koekange ligt, maar de geschiedenis van vele Wijker en IJhorster families is dermate verweven dat een bijdrage als deze in mijn ogen zeker van pas komt in 't Olde Karspel. IJhorsters ("Rieversters") en Wijkers ("Wiekers") delen tenslotte dezelfde kerk en daar ontmoetten ze, zéker vroeger, elkaar veelvuldig, met alle gevolgen vandien voor het ontstaan van familiebanden.
Voor mij als, graag fietsende, import-Wieker geldt bovendien dat ik IJhorst en de Wijk eigenlijk als een en hetzelfde gebied ervaar. Zo hebben de Wijk en IJhorst landschappelijk meer overeenkomsten dan de Wijk en Koekange; iets dergelijks merk ik ook inzake het kerkelijk- en het verenigingsleven, vanzelfsprekend in zoverre ik daar deel aan heb.
De ligging
De huidige Schotsweg vormt ongeveer de hoogte (de "haar") die van Halfweg richting Balkbrug/Avereest loopt, westelijk langs het Vledder (of de Vledders), het uitgestrekte laagland dat aan de oostzijde wordt begrensd door de Van Wijngaardenstraat, zuidelijk door de Staatsbossen en noordelijk door de Heerenweg.
Het Vledder stond vroeger 's winters veelal onder water. De Streitenvaart (kruist de Heerenweg tussen de boerderijen de Nimberg en ter Haar) zorgt voor de afwatering van het Vledder en een deel van het IJhorsterveld; de Bomertswijk (kruist dezelfde weg in de buurt van de aansluiting met de Veldhuisweg) bedient het Westinghuizingerveld en de rest van het IJhorsterveld. In het recente verleden heeft men geprobeerd het Vledder vrij te houden van "gebiedsvreemd" water, door het IJhorsterveld in zijn geheel af te wateren langs de Bomertsvaart, maar dat bleek voor wat betreft het oostelijke gedeelte daarvan, min of meer parallel aan de Van Wijngaardenstraat, voor de boeren aanzienlijke problemen op te leveren. De oude situatie is daarom, althans voorlopig, hersteld.
Het ontstaan van naam en buurtschap
De naam 't Schot wordt voor het eerst genoemd in stukken die dateren van 1602. Het betreft daarin gronden die vielen onder de erven (d.w.z. boerderijen) Ter Haar, De Nimberg (ook wel den Imberg genoemd) en, misschien ook, aan Beugelen. Deze erven werden bewoond door zogenaamde meiers, pachters van het klooster Dickninge. Op die gronden, die vermeld stonden als Convents Schot Erf en Schaaps Schots Erf, was turf gewonnen. Beide namen doen vermoeden dat ooit het klooster (convent) Dickninge op die plek een schaapskooi had. Rond 1850 werden de gronden in eigendom gegeven aan een familie die zich later Van 't Schot of Op 't Schot ging noemen. (Overigens is er al in 1649 sprake van Werner Roelofs op 't Schot, maar in die voor-napoleontische tijden fungeerde "op 't Schot" nog niet als familienaam, maar slechts als plaatsaanduiding.) Er kwamen 4 boerderijen achter elkaar, die allemaal werden betrokken door Van 't Schotten. Later verdween de 't uit de familienaam; in de schrijfwijze tenminste, in de uitspraak meen ik vaak de 't nog te horen. In de ontwikkeling van familienamen komt dit verschijnsel veelvuldig voor: teruggeredeneerd heette menigeen die tegenwoordig b.v. Haar heet, oorspronkelijk "van/op 't Haar"; zo ook was Inberg of Nimberg eertijds vaak "van/op de(n) Imberg". Op het ogenblik komt aan de Schotsweg de naam Van Schot niet meer voor. De laatste Van Schot die een boerderij op 't Schot bewoonde was Jan. Hij kreeg weliswaar 2 kinderen, maar dat waren dochters en daarom was het na Jans overlijden, in 1955, gedaan met de naam Van Schot op 't Schot…
In dezelfde tijd woonde zijn neef Frens van Schot met vrouw en 4 dochters op Halfweg. En dat is van belang voor het nu volgende hoofdstuk.
't Schot en de Nimberg
Hier en daar leeft de gedachte dat ook de boerderij De Nimberg / Den Imberg, die met de voorkant naar de Heerenweg en de Reest uitkijkt en wordt bewoond door de familie Roorda, tot de boerderijen van 't Schot behoort. Weliswaar is deze boerderij door de geschiedenis van de bewoners met 't Schot verbonden, maar de hoeve is ouder. De kiem van de verwantschap van de bewoners van De Nimberg met die van 't Schot werd gelegd in 1859 toen Warner van Schot uit Veeningen zich met zijn vrouw Geesje Inberg vestigde op de boerderij die zijn schoonouders bezaten op Halfweg. Ze kregen een zoon, Frens. Moeder Geesje overleed in 1861, slechts 25 jaar oud. Frens was toen nog maar 2 jaar. Toen hij een jaar of 6 was, rond 1865 dus, werden zijn vader en hij door vererving eigenaren van De Nimberg en raakte de naam Van Schot met De Nimberg verbonden. Het zou echter nog ruim 70 jaar duren eer een Van Schot de boerderij zou gaan betrekken. (Dat gebeurde toen overigens in de vrouwelijke lijn, waardoor de familienaam Van Schot niet naambepalend werd op De Nimberg. Het was immers de naam van de man die op het gezin overging.) Al die tussenliggende jaren werd de boerderij verhuurd. Hoe verliepen voor de familie Van Schot die pakweg 70 jaren dat ze de boerderij weliswaar bezaten, maar niet daadwerkelijk bewoonden? Als het verhaal tot hier al niet ingewikkeld was, dan wordt het dat nu zéker. Dat komt door de veelvuldige sterfte in de families van die tijd waardoor hertrouwen en dus het hebben van kinderen uit meer dan een huwelijk heel gebruikelijk was.
Keren we terug naar 1865 of daaromtrent, toen genoemde Warner Van Schot, weduwnaar van Geesje Inberg, en zijn zoontje Frens de Nimberg erfden. Warner hertrouwde, in 1865, met Grietje Rumpt. Van haar kreeg hij 2 dochters en een zoon, die óók de naam Frens kreeg. Een tijdlang waren er dus in dat gezin 2 kinderen die Frens heetten. Men kan zich afvragen hoe Warner en Grietje de jongens hebben onderscheiden; het kan iets geweest zijn als "oude" en "jonge" Frens (Frens 1 en Frens 2 zal in boerenkringen wellicht ook toen wat vreemd hebben geklonken…). Warners tweede huwelijk was ook geen lang leven beschoren: slechts 9 jaar, want Grietje overleed in 1874, haar man achterlatend met een Frens uit elk van zijn huwelijken. "Oude" Frens werd niet oud; hij overleed op 22-jarige leeftijd. Dat was in 1881. Frens' eigendomsdeel in De Nimberg viel toen toe aan zijn vader, die daarmee de enige eigenaar werd. Bij de dood van "oude" Frens bleef Warner achter met de toen 4-jarige "jonge" Frens. Het moet bitter voor hem zijn geweest te constateren dat de geschiedenis zich in zekere zin had herhaald: 20 jaar daarvoor had hij zich in dezelfde situatie bevonden! Gelukkig bleef hem bespaard dat hij ook "jonge" Frens overleefde. In 1899 maakte hij mee dat die in het huwelijk trad met Annigje Steenbergen uit de Wijk en in de jaren daarop mocht hij ook de geboorte van 3 kleindochters, Grietje, Jantje en Geesje, in dat gezin begroeten. Dat is bijna letterlijk op te vatten, want hij woonde er naast, nog altijd op Halfweg. Er werd nog een 4e dochter geboren, Lumien, in 1912, maar toen was Warner er niet meer. Hij was overleden in juli 1908, op 79-jarige leeftijd. Bij zijn dood werd De Nimberg van Frens, maar net als zijn vader bleef ook hij in de boerderij op Halfweg wonen en verhuurde De Nimberg, achtereenvolgens aan de families Dekker en Koster. Dat duurde tot 1938. In dat jaar werd de boerderij betrokken door zijn jongste dochter, Lumien, die 2 jaar daarvoor was getrouwd met Wessel Steenbergen. Vader Frens van Schot, "jonge Frens" of "Frens van Grietje", overleed in 1952. Tegenwoordig wordt De Nimberg bewoond door de jongste van de 2 dochters van Wessel en Lumien, Anneke Roorda-Steenbergen, samen met haar man Jaap. De andere dochter, Bettie, is naar Utrecht getrokken en woont tegenwoordig in Zeist, terwijl moeder Lumien, sinds 1969 weduwe van Wessel, in het zorgcentrum in de Wijk verblijft.
Interessant in de relatie tussen De Nimberg en Halfweg is voorts de omstandigheid dat de oudste van de genoemde vier zussen Van Schot, dochters van "jonge" Frens, Grietje, trouwde met Arend Stapel en zich met hem weer vestigde op Halfweg, in de boerderij van haar grootvader Warner. Naar het heden toe is vermeldenswaard dat Arend en Grietje de ouders zijn van makelaar Stapel en van Greetje Huisjes-Stapel, van het landbouwmechanisatiebedrijf. Beiden zijn daar ook geboren en getogen, evenals hun 3 broers en 2 zussen. De tweede zus van Grietje en Lumien van Schot, Jantje, trouwde met Lucas Lubberink. Zij hebben gewoond op de Eemten, in het huis dat zeer onlangs is opgeknapt en de naam "d' Olde Eemten" heeft gekregen. De derde zus, Geesje, trouwde met Jan Engbert Lommerts, van de Lankhorst.
Ik hoop dat het verhaal van 't Schot en de Van Schotten ondanks alle verwikkelingen enigszins duidelijk is geworden. In ieder geval heeft het schrijven ervan ertoe bijgedragen dat mijn fietstochtjes in dat prachtige gebied aan diepte hebben gewonnen.
Voor de totstandkoming van dit artikel heb ik veel te danken gehad aan de heren Bertus Luten en Roelof Bakker. Bovendien is de Webring Reestdal van groot nut geweest.
*****
RectificatieIn het vorige nummer (5e jaargang - nummer 3) schreef ik bovengenoemd verhaal over 't Schot en de familie Van Schot. Het nummer was nauwelijks uit of ik kreeg al telefonisch de eerste reactie. Mevr. Hogen-Esch uit de Stapel meldde mij dat het artikel interessant was, maar wel een onjuistheid bevatte: in de voorlaatste alinea schreef ik dat Arend Stapel en Grietje van Schot de ouders zijn van de huidige makelaar Arend Stapel en Greetje Huisjes-Stapel en hun 3 broers en 2 zussen. Ik had "groot-" moeten zetten voor "ouders", dan was het juist geweest. Helemaal volledig wordt het pas wanneer ik ook de ontbrekende schakel aanbreng: Arend Stapel en Grietje van Schot kregen 2 zonen, Willem en Frens. Willem trouwde met Bet Hendriks uit Koekange en uit dat huwelijk werden genoemde kinderen geboren. Frens trouwde met Trijn ter Haar; ze wonen in Havelte.
Daarnaast wees Popko de Jonge me er tijdens de redactievergadering op dat ik het in het hoofdstukje over de ligging van 't Schot heb over het Westinghuizingerveld, maar dat die naam niet klopt. Het moet Westerhuizingerveld zijn, naar de buurtschap Den Westerhuis natuurlijk. Waarschijnlijk ben ik in mijn waarneming van de klank beïnvloed door de firma Westinghouse. Die heeft in het Westerhuizingerveld echter niets te zoeken.