De Ossesluis vroeger en nu
De woningen en hun bewoners
Stond men bij de brug, vanaf richting Koekange, dan had men direct rechts de brugwachterswoning van familie Rijkeboer, later woonde er familie Schrotenboer. Riek Schrotenboer- Bomert bediende vaak de brug. Rechts liep een straatje langs de vaart dat uitkwam bij de boerderij van Jaopik Oosterwiek. Later woonde hier Jaap Broek en zijn gezin.
Over de brug stond de boerderij waar Arend Klunder en zijn gezin woonde, later bewoond door familie Derks en daarna door familie Schoemaker. Vanaf de brug liep de weg er met een bocht omheen. Voor grote vrachtwagens en de bus van de D.A.B.O. was het kundig sturen van de chauffeur om recht voor de brug te komen.
Schuin naar links, kwam de Veeningerwijk in de Hoogeveensevaart. Over de Veeningerwijk lag een houten brug zonder leuningen. Via deze brug kwam men bij de woning van familie Waninge en familie Bomert. Ook kon men er verder naar de stuw, waar het overtollige water uit de Hoogeveensevaart in de Veeningerwijk stroomde. Een eindje beneden de stuw gingen we in de zomer vaak zwemmen. In de monding van de Veeningerwijk, voor de houten brug, lag het woonschip van Lamert Pomp, hij was van beroep visser. Met allerlei hulpmiddelen viste hij op paling en zoetwatervis. Er lag ook een groter woonschip, hier heeft familie Pluim nog een tijdje op gewoond, voor ze naar de Stapel gingen verhuizen. Het woonschip heeft later nog dienst gedaan voor bewoning van familie Jan de Gorter, waarvoor een boerderij in de Noord-Oost Polder in aanbouw was. Links voor de brug stond de boerderij van familie Willem Dekker. Voor de boerderij langs liep een straatje naar de sluiswachterswoning van familie Roelof Barelds en naar de woning van Hilbert Hees, waar in een kamertje, achter de hoge lindebomen, de eenzame Jaopik Roozendaal woonde. Voor Hees werd de woning ook nog bewoond door Mans Lubbinge, die later op een woonboot, boven de sluis, heeft gewoond. Na Hees woonden er, tot de sloop, nog de families Klaas Wulff, v. Gijssel,
E.Brinkman en v. Aalst.
Ook een woning en een boerderij, even verder dan de Ossesluis, zijn afgebroken. Hier woonden de familie Jan Stapel en familie Brinkman.
Turf halen
Het turfschip lag meestal boven de sluis. Als jongen ben ik vaak meegeweest om turf te halen. De schipper telde de turven in de mand en deze werd dan op de wagen leeg gegooid. Men had lange turf en baggelaars, deze waren kleiner van formaat. Deze baggelaars kon men tevens gebruiken in de stoof, zodat men in de winter lekker warme voeten had.
Ook werd er bolster gehaald bij de turfschipper. Nadat men de bolsterturf had stukgeslagen, werd het als strooisel in de paardenstal gebruikt. De turfschippers zijn thans verdwenen door de komst van olie, kolen en gas.
'Het Potschip'
Op bepaalde tijden legde 'Het Potschip' aan op de Ossesluis. Dit was een varende winkel van Jan de Boer uit Hoogeveen. Dit schip deed alle plaatsen
langs de Hoogeveensevaart aan. Op het dek stonden potten in alle maten, binnen werd servies- en linnengoed, en verdere huishoudelijke artikelen, galanterieën, speelgoed, men kon er echt overal voor terecht.
Velen maakten van deze gelegenheid gebruik en vooral de kinderen vonden
het fijn als ze mee mochten.
De Ossesluis heden ten dage
Door de aanleg van de snelweg A 28, de bouw van de nieuwe sluis en de aanpassing van de Hoogeveensevaart, zijn alle woningen, behalve de brugwachterswoning (bewoond door familie C.Schrotenboer), aan de Ossesluis afgebroken. Ook de vier lindebomen staan er nog, als stille getuigen. Ze
staan ten westen van de twee nieuwe sluiswachterswoningen.
In noord-oostelijke richting van de nieuwe sluis is nu een groot zanddepot. Ten zuid-oosten van de sluis haalt een zandzuiger het zand van vele meters diep en via buizen gaat het naar het depot. Het zand uit het depot wordt met vrachtwagens afgevoerd naar bouwprojecten in de verre omgeving. De Veeningerlanden, waar we vroeger op het ondergelopen land vaak hebben geschaatst, wordt een steeds grotere waterplas.
Door alle bovengenoemde verbeteringen... zijn we een stuk historie armer.