't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

De scholen van Koekange

door Aaltienus Buiter

In de allereerste jaargang van 't Olde Karspel (dec.1999) heeft Jenny Roze een artikel geschreven over het onderwijs in de Wijk en Jan Inberg over de openbare lagere school in Koekangerveld. In dit artikel wil ik het totale aanbod van lagere onderwijs in Koekange trachten te belichten.

Een paar eeuwen geleden stelde het onderwijs, met name op het platteland, niet zoveel voor. Het kon gebeuren dat een meester werd aangesteld, alleen omdat hij zo mooi kon schrijven. Veel eisen werden er niet gesteld. De beloning was niet hoog, maar de meester had vaak wel de kost toe. Dat betekende dat de meester, net als de schaapherder, bij de boeren ging "rondeten". Dat wil niet zeggen dat hij zo rond als een tonnetje terugkwam van het eten, maar dat hij de ene dag bij deze boer ging eten en de volgende dag bij de andere.
In Drenthe waren er drie soorten scholen. Allereerst de hoofd- of kerspelscholen. Deze scholen stonden in de hoofddorpen. De meester was er meestal koster en voorzanger in de kerk bij. Dan waren er de bijscholen. Die stonden in de afgelegen gehuchten. En verder waren er de winterscholen, waar alleen in de winter les werd gegeven. De leerplichtwet bestond nog niet.
Doorgaans was de meester er ook boer bij. Dus had hij niet altijd tijd om les te geven, want het werk op het land of op zijn bedrijfje moest ook doorgaan. Er werd dan ook niet raar van opgekeken als de meester 's morgens tegen zijn leerlingen zei: "Vandaag is er geen school, want ik kan het niet wachten". Meestal moest hij dan hooien, aardappels poten of rooien, of met een koe naar de markt. Niemand die hem dat kwalijk nam. Ook de kinderen kwamen niet altijd naar school. Kinderarbeid was nog heel gebruikelijk, vooral bij oogstwerkzaamheden of bij het toezicht op de koeien of de schapen; afrasteringen kende men toen nog niet.
Pas met de invoering van de leerplichtwet in 1901 is er verandering gekomen en kregen de leerlingen meer en geregelder onderwijs.
In Koekange heeft er vanaf 1804 een schooltje gestaan, vermoedelijk aan de Dwarsdijk, in de buurt van het huidige nummer 41. De Dwarsdijk was toen de hoofdverbindingsweg naar Ruinerwold; het was nog een zandweg. Ook de kerk stond daar in de buurt, nl. op de huidige begraafplaats.
Dat is zo gebleven tot 1872. Toen werd er een nieuw schooltje van twee lokalen gebouwd aan de Dorpsstraat (nu Dorpsstraat 78, van klussenbedrijf Kwant en Pouwels). Deze school werd gebouwd door Joh. Holties voor ƒ 2.335,= en werd ingewijd op tweede Kerstdag 1872. In 't Olde Karspel van maart 2007 staat een gedicht afgedrukt, gemaakt door Geert Broekhuizen, dat is voorgedragen bij de inwijding van de school. Uit het gedicht blijkt onder welke barre omstandigheden de kinderen in de oude school hadden moeten leren.
In 1883 nam de gemeenteraad het besluit om de school in overeenstemming te brengen met de voorschriften ingevolge de wet van 1878. Wat die voorschriften precies inhielden. is niet bekend. Vermoedelijk ging het om meer speelruimte bij de school, want er werd besloten om achter het schooltje liggende grond aan te kopen van Albert Harms Bakker en Roelof Harms Bakker, voor de prijs van ƒ 212,50. Zij woonden op het adres dat nu Prinsesseweg 6 is. Dat is recht achter de school. In 1901 werd er een lokaal bij de school aangebouwd en in 1911 volgde een vierde lokaal. Omstreeks 1900 was ook de onderwijzerswoning (Dorpsstraat 76) gebouwd. Bij de opening van het derde lokaal werd er door de toen 10-jarige Klaasje Broekhuizen een door haar oom Geert gemaakt gedicht voorgedragen. Waarschijnlijk heeft de school, die toen bijna 30 jaar oud was, ook een onderhoudsbeurt gehad, getuige het voorgedragen gedicht.
Dat luidde als volgt:

De nieuwe school is kant en klaar
Is zij niet mooi dan zeg het maar
Nu zijn wij kinderen uit de brand
Is feest nu in Koekanger land (2 keer)

Wij eeren de heeren die ons de school vereerden
Wij eeren de heeren, de heeren van staat en de gemeenteraad.

Wij danken ook met veel respect
De timmerman en de architect.
En de metselaar, schilder en stukadoor
Ja allen zijn we er dankbaar voor (2 keer)

Wij eeren de heeren die ons de school vereerden
Wij eeren de heeren de heeren van staat en de gemeenteraad.

Schoolhoofden
Van de onderwijzers van voor 1900 schijnt meester Venema zeer goed bekend te hebben gestaan. Als hoofd fungeerde vanaf plm. 1862 Douwe Zuidhof. Deze is ruim 35 jaar hoofd geweest. De schoolhoofden die na 1900 aan de school hebben gestaan zijn: J. Hendriks (1900-1906), R. Brouwer (1907-1914), H. Vos (1914-1942), J.A. Heetebrij (1943-1948), J.A.F. Hartman (1949-1953), A. Brommet (1953-1956), M.R. Deen (1956-1967), J. Jansen (1967-1978).
Vanaf 1978 zijn er geen "hoofden" meer, maar "directeuren": H. Wielink (1979-2006) en S. Bonthuis (2006- heden).
De hoofden Heetebrij, Hartman en Brommet stonden alle drie, voor ze op de school aan de Dorpsstraat kwamen, aan de school in Koekangerveld, terwijl Jansen en Wielink beide van de school in de Stapel kwamen.

Meester ter Heide
Een onderwijzer die lange tijd aan de openbare school heeft gestaan, was meester Jacob ter Heide, (geb.1870, overl.1955). Hij kwam in 1895, nadat hij vijf jaar op een andere plaats onderwijzer was geweest, naar Koekange. Hij heeft veel betekend voor de school en de dorpssamenleving. Ter gelegenheid van zijn 40-jarig jubileum als onderwijzer, in 1930, werd er voor de kinderen een feest op school en voor de ouderen een feestavond georganiseerd waar de jubilaris gehuldigd werd. Een van de leerlingen, Gerard Brinkman, droeg het volgende gedicht voor:

Welkom in ons midden Meester,
Welkom op deez vreugdedag.
35 jaar is 't nu geleden
Dat U voor 't eerst ons dorp eens zag.
35 jaar van ernstig werken,
35 jaar van noeste vlijt,
35 jaar van trouwe zorgen,
Aan ons en ons dorp gewijd.

Dankbaar zijn we lieve Meester,
Voor al 't goede door U verricht.
Dankbaarheid en liefde leest Ge
Op ons aller aangezicht.
Nimmer zullen wij vergeten,
Wat Ge voor ons hebt gedaan.
Altijd zal uw voorbeeld Meester,
Helder ons voor ogen staan.

Ook op de feestavond werd er gedeclameerd en gezongen."De Kleine Krans" zong de jubilaris het volgende lied toe:

Geachte Meester ter Heide,
Hoor naar ons meisjeslied,
Dat Gij en Uw vrouwtje beide
Nog jaren saam geniet.
Een leven vrij van zorg en smart
Met liefde in het hart,
Meester, Meester dat wenschen wij U toe.

Reeds veertig lange jaren
Gaaft Gij U aan de jeugd,
Een grootte vriendenschare
Is thans in U verheugd.
Gij deed Uw werk met lust en vlijt.
Zoo zij het nog geruimen tijd,
Meester, Meester dat wenschen wij U toe.

Wij weten 't Meester ter Heide,
We hoorden altijd niet
Naar alles wat U zeide,
Dat doet ons nog verdriet.
We hopen, dat U 't ons vergeeft,
Nog jaren met ons leeft,
Meester, Meester dat wenschen wij.


De jubilaris mocht vele geschenken ontvangen, zoals een zilveren vulpotlood, zilveren servetring met vingerdoekring, zilveren botermesje en kaasschaaf, bovendien een doos met een assortiment sigaren, enige pijpen, een electrische lichtkroon, een schilderij en een cyclame in pot. Uiteraard werd hij ook toegesproken door het schoolhoofd, meester Vos. Ze hadden toen al 16 jaar samen gewerkt aan deze school.
Meester ter Heide en meester Vos zijn altijd in Koekange blijven wonen en daar ook overleden. Meester ter Heide mocht 85 jaar worden, meester Vos overleed al op 55-jarige leeftijd, in 1942. Ze liggen met hun vrouwen begraven op het kerkhof aan de Kerklaan.
De school verhuisde in 1966 naar een nieuwe locatie aan de Sportlaan en kreeg als naam "De Rozebottel".

Kleuteronderwijs
In 1946 werd in een lokaal van de school begonnen met kleuteronderwijs. De eerste kleuterleidster was juf de Boer (later Nip-de Boer). Daarna kwam juf Jenny Smid. De kleuterschool verhuisde in 1967 naar de Sportlaan. Hoofdleidster was toen juf van Veen. De school kreeg als naam "de Kleuterhoek". Hoofdleidster was Klazien van Buiten.
Vanaf 1984 was Henk Wielink ook directeur van de kleuterschool, die in 1985 samen met de lagere school een basisschool ging vormen. In 1980 werd een tussenbouw gerealiseerd waardoor de twee scholen met elkaar verbonden werden en dus een geheel vormden.

Gereformeerde school
Naast de openbare school heeft er vanaf 1908 ook een Gereformeerde school bestaan. Vanaf 1978 was dat een Christelijke school.
Na de Afscheiding in 1834 werd er in 1858 een Gereformeerde school gesticht in Berghuizen en gingen de kinderen van gereformeerde ouders, ook uit Koekange, daar naartoe. Dat is vijftig jaar lang zo doorgegaan. Voor de kinderen was dat iedere dag een heel eind lopen, sommigen helemaal vanaf de Oshaar.
Toen in 1908 het leerlingental zo groot geworden was dat er maatregelen genomen moesten worden, is de school in drieën gesplitst en zijn er ook scholen gebouwd in Ruinerwold en in Koekange. In Koekange begon men met twee lokalen, maar 1929 werd er een derde lokaal aangebouwd. Deze school stond waar nu Dorpsstraat 39 is. De hoofdenwoning, nu Dorpsstraat 41, is tegelijk met de school gebouwd. Ook deze school heeft de tand des tijds niet doorstaan en is in 1970 vervangen door een nieuwe school aan de Pr. Christinalaan, die "Prins Johan Frisoschool" ging heten.
Na de oprichting van de school in 1908 werd J. Helsloot aangesteld als hoofd. Daarvoor was hij onderwijzer geweest aan de school te Berghuizen. Hij bleef tot 1942. Na hem kwamen als hoofd J. Meijer (1942-1948), F. Dijkstra (1948-1954), G. Luten (1954-1957), R. Vriesema (1954-1992). Sinds 1979 zijn er ook hier "directeuren": J. van der Does (1992-2003) en mevr. A. van Dijken (2003-heden).

Christelijke Kleuterschool
Nadat er vele jaren over was gesproken en vergaderd, kon er in 1961 een Christelijke kleuterschool worden gebouwd aan de Pr. Margrietlaan. De school kreeg de naam "De Buitelhorst". De eerste hoofdleidster was juf Alie Venema (1961-1966). Daarna volgden Klaasje Bakker (1966-1967), Tinneke van de Valle (1967-1969) en Martha Doodewaard (1969-1971). Toen kwam in 1971 Klaasje Bakker, inmiddels Doldersum-Bakker, weer terug en bleef tot 1999. In 1985 werd ze adjunct-directeur van de toen gevormde basisschool. Pas in juli 1992 kwamen de beide onderdelen van deze basisschool onder één dak.

Een clandestiene school
In de jaren 1837 tot 1845 gingen er kinderen van gereformeerde ouders uit Koekange naar een clandestiene school in Weerwille. Daar werd onwettig en clandestien onderwijs gegeven in de arbeiderswoning van Jan Kamer. Het was enkele jaren na de Afscheiding ofwel kerkscheuring. Het initiatief tot deze school was genomen door de afgescheiden gemeente van Ruinerwold. Kamer gaf zelf les aan deze school. Later werd ook lesgegeven door ouderling J.J. Middelveld. Er is ook een meester de Wit geweest. Over hem kwamen klachten dat hij de kinderen soms onbehoorlijk strafte. Door de Gereformeerde kerkenraad werd geoordeeld: "Dat hij een andere manier van tugtigen zou gebruiken en de kinderen niet bezerigen aan 't lichaam, eer hij daarvan vrijheid van de kerkeraad had verkregen". De klachten bleven toenemen. De Wit werd vervangen.
Door de schoolopziener werd een actie ondernomen om de onwettige school opgeheven te krijgen. Burgemeester Nijsingh moest aan de school een eind maken. Hij wilde eerst niet met harde hand optreden maar werd daartoe later wel gedwongen. De kinderen kregen weer les van de ouders of gingen naar de openbare school. Vanaf 1859 gingen ze dus naar de Gereformeerde school in Berghuizen.

De openbare school in Koekangerveld
Zoals vermeld heeft Jan Inberg al eens over deze school geschreven, daarom zal ik mij beperken tot enkele aanvullingen.
Voordat in 1930 deze school werd gesticht door de gemeente, is er nog sprake geweest van de stichting van een Hervormde school. Bij toeval kwam ik daarover nog een uitgebreide briefwisseling tegen in het gemeentelijk archief van de Wolden.
Bij schrijven van 15 oktober 1927 verzoekt de kerkenraad van de Hervormde Gemeente, aan het College van Burgemeester en Wethouders om een bijzondere lagere school te stichten in het Koekangerveld en wel ten noorden van de spoorwegovergang bij Struikberg op een nader te bepalen plaats. De brief is ondertekend door de toenmalige predikant Ds. van de Berg, die in Koekange stond van 1925 tot 1930, en de ouderlingen G. Bloemberg en A. Oosterhuis. Wat hierop volgt, is een pittige briefwisseling tussen kerkenraad en B en W. De kerkenraad verwijt het College dat ze niet willen meewerken aan hun verzoek. B en W antwoorden daarop dat degene die een school wil stichten, zelf moet zorgen voor een bouwplaats en bestek voor de bouw. Dat ligt niet op de weg van de gemeente. Over en weer bestookt men elkaar met argumenten en artikelen uit de Lager Onderwijswet.
De lijst met ondertekenaars van het verzoek van de kerkenraad wordt door B en W niet serieus genoemd, omdat er meerdere ondertekenaars op staan - 15 van de 20 - die ook al hebben getekend voor een openbare school. En van de overige 5 wonen er 3 buiten de gemeente.
Nadat B en W advies hebben ingewonnen bij de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en bij Gedeputeerde Staten van Drenthe, besluit de gemeenteraad in februari 1928 om niet mee te werken aan de bouw van een bijzondere school in Koekangerveld.
De plannen voor de bouw van een openbare school in Koekangerveld worden door de gemeente voortgezet en op 1 oktober 1930 kan de school worden geopend. Bij de start zijn er zo'n 50 kinderen. De school heeft bestaan tot 1 juli 2005. Toen was het leerlingental zo ver gedaald dat het beneden de wettelijke norm kwam en moest de school gesloten worden. De school had eerst als naam "de Veldkei", later werd dat "de Veldhoek".
De dorpsgemeenschap Koekangerveld verloor daarmee niet alleen een school, maar ook een ontmoetingspunt voor allerlei activiteiten.
Gelukkig is er door eendrachtige samenwerking van de dorpsbewoners in het centrum van Koekangerveld in 2010 een dorpshuis geopend, waardoor de dorpsgemeenschap toch weer beschikt over een ruimte waar diverse activiteiten ontplooid kunnen worden.

De openbare lagere school in de Stapel
Over deze school heeft Riet Eggermont in 't Olde Karspel van september 2000 (3e jaargang nr. 3) geschreven. Ik verwijs de lezer naar dat artikel. Deze school is opgericht in 1901 en opgeheven in 1991.
De school werd ook bezocht door kinderen van de Oshaar. Dit omdat de schoolgrens over de Egge liep. Na de lagere schooltijd trokken de kinderen van de Oshaar doorgaans op met de jeugd van Koekange. Op verzoek van enkele ouderparen van de Oshaar heeft de gemeenteraad in 1974 besloten om de schoolgrenzen voor de Stapeler school v.w.b. Koekange op te heffen, zodat de ouders van de op de Oshaar wonende kinderen zelf konden kiezen of ze hun kinderen naar de Stapel of naar Koekange wilden laten gaan.

Bronnen:
Koekanger Historie - mevr. G. Nijenhuis-Scheper,
Geschiedenis van De Wijk en Koekange - J.Poortman,
archief De Wolden en aanvullende informatie van Henk Wielink.


*****