Van timmerman Albert Krabbe tot bouwbedrijf Guichelaar
De wortels van het huidige bouwbedrijf Guichelaar aan de Dorpsstraat in Koekange reiken tot zo'n vijf generaties terug, tot timmerman Albert Krabbe. Deze Albert Krabbe is de betovergrootvader van Jacko Guichelaar, die nu samen met zijn vrouw Conchita het bouwbedrijf runt.
Albert Krabbe werd geboren in 1843 in het Duitse dorpje Brandlegt, dat dicht bij Nordhorn ligt. Zijn vader had daar een boerenbedrijf. In Duitsland was het echter de gewoonte dat de oudste zoon het bedrijf kreeg en dat voortzette. En aangezien Albert niet de oudste was, moest hij dus iets anders zoeken. Hij vertrok uit Duitsland en kwam naar Koekange, waar hij begon als timmerman. Waarom hij nu juist naar Koekange kwam, is niet bekend. Hij kreeg daar verkering met Trijntje Guichelaar (1845-1923), met wie hij ook trouwde. Het echtpaar vestigde zich aan de Stationsweg. Ze kregen zes kinderen: vier dochters en twee zoons.
Twee van de dochters trouwden met Koekanger ambachtslieden, allebei smeden.
Henderika (1877-1956) trouwde met Jans Dolsma (1879-1950). Deze had een smederij/rijwielhandel aan de Prinsesseweg, nu nr. 21. Hij maakte ook vuurwapens en de zogeheten Amslod messen. Later was hier het elektriciteitsbedrijf van Jentinus Dolsma gevestigd.
Jantje (1886-1942) huwde met Gerrit Huisman. Deze had een smederij aan de Dorpsstraat, nu nr. 31 (later smederij ten Heuvel en daarna Albert de Roo).
De beide zoons, de oudste ook een Albert (1880-1945), en Derk (1889-1942) namen het timmerbedrijf van hun vader over en vestigden zich samen aan de Prinsesseweg, nu nr. 22. Hier bouwden ze in 1914 een dubbele woning met werkplaats.
Vader Albert overleed in 1919 op de leeftijd van 76 jaar.
De beide zonen Albert en Derk hadden wel ondernemingsgeest, want ze kochten diverse percelen land, waar ze dan voor eigen rekening een boerderijtje op bouwden dat ze daarna verhuurden. Zo ging het met de volgende percelen: in 1920 Ruinerweg 49, in 1924 Prinsesseweg 30, in 1925 Ruinerweg 24. In 1929 werd het naast hen gelegen pand Prinsesseweg 20 aangekocht. Ook werd er in die jaren nog een boerderijtje gebouwd en verhuurd op de Ruinerweide, vooraan op de Schapenstreek.
Naast het timmerbedrijf hadden ze nog een wagenmakerij en ze verhuurden ook smalspoor met kipkarren. In totaal hadden ze wel 4000 meter smalspoor. Dit werd door o.a. boeren gehuurd voor bijvoorbeeld heideveld ontginnen, land klaar maken of sloten en leidingen graven. De grond kon dan direct wat verder weg gevoerd worden.
Deze 2e Albert was getrouwd met Jantje Schuring (1882-1928) Dit echtpaar kreeg twee kinderen en wel Trijntje (1908-1972) en weer een Albert (1911-1979).
Jantje Schuring heeft nog een winkeltje in naaiattributen gehad, aan de Stationsweg in het pand waar haar schoonouders hadden gewoond.
Derk was gehuwd met Jentje Zwart (1888-1966). Zij kregen een dochter Trijn en drie zonen: Albert, Hendrikus en Albertus, roepnaam Bertus (1921-1998). De dochter en twee zonen waren werkzaam in het onderwijs.
Zowel Albert 2 als Derk kwamen betrekkelijk jong, enkele jaren na elkaar, op 65- en 53-jarige leeftijd te overlijden. Na hun overlijden werd besloten om het familiebedrijf te splitsen. Een zoon van Derk, Bertus, die gehuwd was met Elisbeth (Bets) Gaastra (1925-1996) bleef het timmerbedrijf uitoefenen aan de Prinsesseweg. Hij zou de laatste timmerman op deze plek worden, want geen van zijn kinderen volgde hem op.
Albert, de 3e Albert op rij, verplaatste zijn deel van het bedrijf naar de Mr. J de Blieckweg. Hij was inmiddels getrouwd met Berendina Bouwknegt (1916- 2005). Het smalspoor met de kipkarren werd ook gedeeld en het deel dat Albert toeviel, werd aan de andere kant van de toegangsweg naar Prinsesseweg 20 opgeslagen. Dat was in 1946.
Albert was weliswaar timmerman en wagenmaker, maar hij was niet in het bezit van het diploma voor aannemer. Dat voor wagenmaker had hij wel behaald. Zijn zwager Jacob (Jaap) Guichelaar (1912-1976), die met zijn zuster Trijntje was getrouwd, was wel in het bezit van het aannemersdiploma. Hij had daarvoor examen moeten doen in Den Haag. En zo werd besloten om als Fa. Krabbe en Guichelaar samen verder te gaan.
Jaap Guichelaar
Jaap Guichelaar was geboren op de Ruinerweide, waar zijn ouders een boerderijtje hadden. Jaap voelde niet zo veel voor het boerenwerk en zocht na zijn schoolopleiding werk buiten de landbouw. Dat vond hij eerst bij de coöperatieve bakkerij en winkel op Ruinerwold. Na zijn huwelijk in 1937 met Trijntje Krabbe, ging het jonge stel in de Wijk aan de Julianaweg wonen. Hier werd ook zoon Jan geboren. Lang hebben ze niet in de Wijk gewoond. Ze verhuisden al gauw naar Dijkhuizen in Ruinerwold. Jaap had inmiddels werk gekregen bij boomzagerij Smilde, die gevestigd was aan de Kerkweg aldaar. De geur van het hout kreeg hem hier blijkbaar zo te pakken, dat hij met houtbewerking verder wilde en besloot om zelfstandig timmerman te worden. Samen met zijn zwager Albert - en in aanvulling op diens diploma's - startte hij toen het eigen bedrijf onder beider naam. Dat gebeurde op een perceel grond van Krabbe, vooraan de Mr. J. de Blieckweg.
Fa. Krabbe en Guichelaar
Het was in de jaren vlak na de Tweede Wereldoorlog. Alles was nog schaars en het was dus moeilijk om aan materiaal te komen.
Bij het nieuwe bedrijf moesten echter twee woonhuizen komen. Deze werden gebouwd van blokken, die gehaald werden van het oorlogsvliegveld bij Havelte. De zo opgebouwde woningen werden gestuct en wit geschilderd. Dat wit schilderen moest wel regelmatig gebeuren, vertelt zoon Jan, anders was het geen gezicht. Mooi gewit boden ze echter een fraai aanzicht. Het zijn de woningen Blieckweg 1 en 3 die er nu nog net zo staan.
Na de oorlog hadden Albert en Jacob (Jaap) veel onderhoudswerk te verrichten. Ook doodskisten hebben ze in de eerste jaren nog wel gemaakt. Dat werd later minder, door de komst van de kistenfabriek in Meppel. Omdat er toen voor de plaatselijke timmerlieden een verdienste wegviel, is het nog enkele jaren zo geweest dat een timmerman, naar keuze van de familie van de overledene, een bepaalde provisie van de kistenfabriek kreeg, wegens gederfde inkomsten.
Het vervoer was in de jaren na de oorlog niet altijd zo gemakkelijk. Een auto was er niet bij Krabbe en Guichelaar. Men ging op de fiets op karwei, soms achter elkaar met een ladder ertussenin op de schouder. Als men grotere dingen mee moest nemen, dan gebruikte men de tweewielige handkar.
Nederlandse Aardolie Maatschappij
Toen in 1953 de Nederlandse Aardolie Maatschappij met boringen in Koekange en omgeving begon, was het de Fa. Krabbe en Guichelaar die al het betonwerk, gebouwen en afrasteringen op de locaties mocht uitvoeren. Later kwamen daar ook de locaties in Blijham, Het Haantje en Suawoude bij. Het aantal medewerkers was toen al behoorlijk uitgebreid.
Als een put van de NAM nog niet in productie genomen was, dan moest de Fa. Krabbe en Guichelaar dag en nacht ervoor zorgen, dat er iemand bij die locatie op wacht zat. Zo hebben onder meer Lucas Westerd en Geert Bakker daar veel op wacht gezeten.
Ook legde het bedrijf zich meer toe op nieuwbouw van woningen. Alle nieuwe woningen aan de Mr. J. de Blieckweg van vóór 1970 zijn door hen gebouwd, waaronder een dubbele woning voor een paar personeelsleden. In de ene helft daarvan konden Roelof Brink en Zwaantje van Dijk hun intrek nemen toen ze trouwden. Deze Roelof was al vanaf de ambachtsschool bij de firma in dienst. Van krullenjongen had hij zich opgewerkt tot voorman.
Toen Albert Krabbe in 1968 uit het bedrijf stapte, is Jaap Guichelaar nog twee jaar alleen met het bedrijf verder gegaan. In die tijd maakte Roelof Brink als voorman alle berekeningen en tekeningen voor Jaap.
Guichelaar en Brink BV
In 1970 begon er weer een nieuwe fase voor het bedrijf. Er werd overleg gepleegd hoe het bedrijf moest worden voortgezet. Besloten werd toen om het bouwbedrijf onder te brengen in een B.V. Daarin zouden naast Jaap en zoon Jan, die inmiddels getrouwd was met Albertje (Appie) Ronner uit de Wijk, ook Roelof Brink deelnemen. De andere zoon van Jaap, Albert, voelde er niet voor om deelgenoot in het bedrijf te worden; hij bleef liever als medewerker aan het bedrijf verbonden. Zo ontstond de B.V. Guichelaar en Brink.
De werkplaats was te klein geworden en voor opslag was er te weinig ruimte. Ook stond de werkplaats pal naast de woning van Albert Krabbe. Dat was geen ideale situatie, temeer daar Albert geen deelgenoot was. Dus werd er uitgekeken naar andere ruimte. Die werd gevonden aan de Dorpsstraat. De ouders van Albertje, Jan Ronner en Griet Krikke, hadden daar vier jaar eerder een woning met een stuk grond gekocht van Karel Wever. Zij hadden daar nu vier jaar gewoond en wilden wel wat kleiner wonen. Voor de B.V. was dat een gunstige plek om het bedrijf naar toe te verplaatsen. Achter de woning werd een grote werkplaats en opslagloods gebouwd.
Het bedrijf sloeg zijn vleugels uit en legde zich vooral toe op nieuwbouwprojecten voor Bouwfonds Nederlandse Gemeenten, o.a. in Diever, Nijeveen , Meppel, Hoogeveen, Steenwijk en Ommen. Daarnaast werden ook dichter bij huis projecten uitgevoerd, zoals de bouw van diverse ligboxenstallen, van een school plus dorpshuis in Berghuizen, van een school in Koekange en de restauratie van de Hervormde Kerk in Koekange. De B.V. had toen 27 medewerkers in dienst. Jaap Guichelaar heeft zelf nog zes jaar deel genomen in deze B.V. Hij overleed in 1976 op de leeftijd van 64 jaar.
Als B.V. heeft het bedrijf 25 jaar bestaan. Hij fungeerde ook als leerbedrijf voor jongeren die een opleiding in de bouw wilden. Door de gezamenlijke aannemers was er in 1981 een samenwerkingsverband opgericht. In het kader van het leerlingstelsel konden jongeren één dag in de week naar school en vier dagen in een bouwbedrijf werken. Jan Guichelaar heeft zelf lang in het bestuur en de examencommissie van dit samenwerkingsverband gezeten.
Bouwbedrijf Guichelaar V.O.F.
De zoon van Jan en Appie, Jacko, was ook al vanaf 1983 bij het bedrijf in dienst. Hij is daar begonnen als krullenjongen en leerde gaandeweg alle kneepjes van het vak.
In 1995 werd besloten om Jacko het bedrijf over te laten nemen. Vader Jan en Roelof Brink stapten er uit en doordat het bedrijf een B.V. was, konden ze allebei gebruik maken van een VUT-regeling. De lege B.V. werd op 31 december 1995 in Utrecht verkocht aan een bank. Jacko ging samen met zijn vrouw Conchita verder als Bouwbedrijf Guichelaar V.O.F. Het bedrijf heeft nu 13 medewerkers in dienst en is gespecialiseerd in nieuwbouw, verbouw en groot onderhoud aan woningen en bedrijfspanden.
Voor Jan en Roelof zou nu een rustige tijd moeten aanbreken. Jan nam nog geregeld een kijkje in de werkplaats bij zijn zoon. Roelof heeft helaas maar korte tijd van zijn vrije tijd mogen genieten. Hij overleed al in 1999, op 65-jarige leeftijd. Hij was nauw betrokken bij de oprichting van de Historische Vereniging de Wijk-Koekange.
Met dank aan Jan en Appie Guichelaar en Trijn Nijmeijer-Huisman (uit Kolderveen) voor de informatie over de eerste Albert Krabbe.