Gemeente de Wijk
In het Aardrijkskundig Woordenboek van A.J. van der Aa , uit .i: 1840, wordt de Wijk als volgt beschreven;
Wijk (De), gemeente in Dieverderdingspil, provincie Drenthe, arr. Assen, adm. en judie. kant. Meppel (3 k. d., 2 m. k., 4 s. d.) ; palende Noord Westelijk en Noordelijk aan Ruinerwold, Oostelijk aan de gemeente Ruinen en Zuidwolde, Zuidelijk aan de rivier de Reest, die haar van de Overijsselsche gemeente Staphorst scheidt, Westelijk aan Meppel en Ruinerwold.
Deze gemeente bevat het dorp Koekange, benevens de gehuchten de Wijk, Eemten, Haalweide, Oshaar, Schiphorst en Stapel. Zij beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 4221 bund. 30 v. r., 27 v. ell., waaronder 4199 bund. 95. r., 19 v. eli. schotbaar land; telt 285 huizen, bewoond door 380 huisgezinnen, uitmakende eene bevolking van ruim 1950 inwoners, die hoofdzakelijk in landbouw en veeteelt hun bestaan vinden, en inzonderheid vele jonge varkens aanfokken.
De grond is er zandig en men poot er veel hakhout.
Men heeft er bovendien 3 korenmolens, waarvan 1 tevens van pelwerk voorzien is, en 2 grutmolens. Eene vroeger hier gestaan hebbende chicoreifabriek is thans opgeheven.
De Hervormden, die er ongeveer 1730 in getal zijn, behooren gedeeltelijk tot de gem. Yhorst-en-de-Wijk en maken gedeeltelijk de gem. Koekange uit. De Afgescheidenen, die men er ongeveer 200 telt, behooren tot de gem. van Ruinerwold. De 18 Israëlieten, die er wonen, behooren tot de ringsynagoge van Meppel.
Men heeft in deze gem. drie scholen, als: ééne in de Wijk, ééne te Koekange en ééne te Stapel, welke gezamelijk gemiddeld door een getal van 200 leerlingen bezocht worden.
Het gehucht De Wijk ligt 10 u. Z.Z.W. van Assen, 1½ u. o. ten Z. van Meppel, aan de grenzen van Overijssel. (Loopuren red.)
Dit gehucht heeft zijne opkomst te danken aan de nabijheid van de vermaarde abdij Dikninge, van
welke de behoeftigen mildelijk onderstand kregen. Ook was in 1612, eenige jaren na de vernietiging van dit stift, door het ophouden van het spijzigen der schamele menigte, de behoefte hier zoo vergroot, dat de Schout van De Wijk zich gedrongen zag een smeekschrift in te leveren aan Ridderschap en Eigenerfden om onderstand, welke dan ook aan de armen van De Wijk, 10 mudden rogge uit de goederen van het gesticht van Dikninge jaarlijks toelegden. Men telt er in de kom 83 huizen en 650 inwoners en met de kerkelijk daartoe behoorende gehuchten Schiphorst en Stapel, 175 huizen en 1200 inwoners, van welke de Hervormden tot de gemeente van Yhorst-en-de-Wijk behooren.
De hoofdschool wordt gemiddeld door 170 leerlingen bezocht.
In de nabijheid van De Wijk ligt het aangename landgoed Havikshorst. Ook stond weleer niet ver van daar een zeer hooge toren, het overblijfsel der vroegere abdij Dikninge, welke naar men wil den schippers op de Zuiderzee tot eene baak verstrekte, maar in 1783 door de bliksem getroffen en tusschen de jaren 1800 en 1810 gesloopt werd. Op de plaats, waar hij gestaan heeft, is sedert een heerlijk buitengoed aangelegd, dat insgelijks den naam van Dikninge draagt en van de abdij nog eenen oude kelder heeft overgehouden.
Men houdt er twee jaarlijksche veemarkten, als; de voorjaarsmarkt invallende in de tweede week van Mei, en de najaarsmarkt, invallende in de derde week van October, welke beide nog al druk bezocht worden.