't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

Oude gebruiksvoorwerpen…
De paardeklomp

door Hans Woltinge

Wil je het hebben over de voorloper van de paardeklompen, dan moet je in gedachten minstens vier eeuwen terug, naar de tijd dat er geen industrie was en de koe als mestproducent werd gehouden. Ossen werden ook gehouden als last- en trekdier. De koeien hadden toen nog geen naam zoals tegenwoordig. Het waren 'de beesten' en ze werden ondergebracht in een potstal. Een halve meter mest in de potstal was heel gewoon. Alles werd vervoerd met de ossenwagen. De melk was voor eigen gebruik; was er een grote hoeveelheid, dan werd er boter van gekarnd.
Toen de grote venen ontgonnen werden, kwam er na afgraving land voor in de plaats. In het begin had deze grond weinig of geen waarde omdat hij zo schraal was. Later ging men inzien dat het anders moest. Men ging een deel van het veen teruggeven aan de grond en wel de bovenste laag. Deze werd vermengd met de overgebleven grond. Dit leidde tot een aanzienlijk betere grondsoort, de dalgrond. Deze grondsoort was zeer zacht, maar hield toch goed vocht vast. De bewerking van de grond met het 'eergetouw' en de os was een zeer lastig karwei. Door de zachte structuur van de bodem en de kleine en bovendien gespleten hoeven zakte het beest te diep in de grond weg. Er werd naar en alternatief gezocht. Men ontwikkelde een soort plankje (klomp) dat om de hoeven van de os werd bevestigd om zo meer draagvlak te krijgen; dat lukte aardig.
Toen later het paard in zwang kwam bij de grotere boeren, had ook dit dier moeite om vooruit te komen in de dalgrond en de drassige oeverlanden. De mens was reeds in de laagveengebieden gewend geraakt aan de zogeheten turftrappers, die gebruikt werden bij baggerturf, voor het uitpersen van het water; ze hadden een groter draagvlak dan de normale klomp.
Zo ontstond ook de paardeklomp. De oudste uitvoering was van hout, deze werd met riempjes om de hoef van het paard vastgezet. De timmerman maakte waarschijnlijk het houten gedeelte en de schoenmaker de riempjes. Zo gunde men elkaar de broodwinning. De boer moest dus bij beiden de maat laten nemen om de klomp goed passend te maken. De latere uitvoering is van ijzer, met een beugel die met een moer werd vastgezet. Deze paardeklompen werden ook wel 'peerdesloffen', 'peerdeschoenen' of 'peerdetrippen' genoemd.
De vereniging beschikt over een paar mooie gave ijzeren exemplaren

*****